Op weg naar Amsterdam. In jaren niet meer met de trein geweest. Een hele onderneming, maar als je alle regeltjes en kaartjes systemen weer in je knar hebt, glij je in het gleufje, het is de dans van de menigte en stroom je mee in de golf die van station naar station gaat. Het zitten blijkt in deze hyper moderne treinen niet als vanzelfsprekend. Je moet een plaats bevechten, op een lege stoel had een zeer lange man naast hem zorgvuldig een zakje gelegd. Ik vatte dit op als bezet.
De trein verder inkijkend bood niet veel soelaas voor een plek dus toch maar vriendelijk: Meneer zou ik hier mogen zitten. Met een boos gebaar trekt hij het zakje weg en kruipt verder in de hoek, met moeite zijn benen ergens kwijt proberen te duwen. Hilariteit bij de dames tegenover hem, gelach als ik neerplof. Later als de man de trein uitstapt leggen zij mij uit hoe leuk zij het vonden dat ik dat deed, en dat ik de vijfde was die het hem had gevraagd.
Tsjee, dacht ik, er is toch nog niet veel veranderd zo in de trein. Als ik even later een opa en oma zorgvuldig hun kleinzoon een stapel cartoon boekjes zie overhandigen, weet ik het zeker. Het feest der herkenning, als mijn moeder mij meenam met de trein werd ik altijd heel erg verwend met allerlei boekjes om me bezig te houden. De tijd vloog voorbij en eer ik er erg in had was ik in Centraal Station Amsterdam.
Ik stapte uit met mijn thuis uitgeprinte ticket, en trachtte het poortje voorbij te komen, maar dat was allemaal nog niet zo eenvoudig. Uiteindelijk zag ik een open poortje en haalde opgelucht adem en stapte de wereld van de bouwvakkers in. Hemeltje lief wat een ellende voor dit eerst zo statige station. Hoge hijskranen, veel gedoe, links en rechts rijden fietsers je van de sokken. En als dat niet gelukt is wordt je door een auto gegrepen, en verderop weer neergezet.
Ik zoek mijn toevlucht bij de canalboats, waar inmiddels een heerlijk lange toeristische rij zich heeft gevormd. Tsja de boten varen pas over een uur lees ik. Terwijl ik inzoem op de drukte en alles even op me in laat werken, hebben zich een heel zangkoor van spreeuwen om mij heen verzameld. Hele jonge wondertjes met vleugels, want hun haartjes pieken in de wind. Er is er een die heel dapper op een van de hekken tegen de wind in aanvliegt. Met moeite bereiken zijn pootjes vaste grond onder de voetjes.
De wind wappert het kleine diertje op en neer. Ik wordt door het volgen van dit kwetsbare tafereeltje enorm rustig. Mijn adem zakt en de kakofonie van herrie, of mensen die door mensen heen schijnen te willen lopen deren me minder en minder.Ik wacht geduldig op mijn vriendin die me hier ergens op gaat pikken. Even wat gestoei met sms en uiteindelijk treffen we ons voor het tourist VVV gebeuren.
We praten bij, we hebben elkaar in 30 jaar niet gezien. Toch lijkt het alsof we zo op elkaar intunen. Na een mooie rondleiding in haar prachtige appartement, stappen we de wereld weer in. Jeetje denk ik als ik naar buiten stap is hier een opstootje? Maar nee het altijd zo druk. Bij een gezellig druk tentje gaan we in de rij staan. Het is kennelijk zeer populair.
Mijn vriendin lijkt mensen te lezen en even later zitten we in een heerlijk niet zo populair tentje en worden alleraardigst geholpen. Enigszins besmuikt vult mijn vriendin aan, tsja eerst was dit tentje populair en ik moet bekennen ik heb er ook aan meegewerkt door bij die andere te gaan, zodat dit nu niet meer loopt.
Aha, zie hier het begin van de ondergang galmt het door mijn hoofd. Is dit niet waar we aan kapot gaan. De hypes, het volgen van de trends, het ene moment ben je een hit en het andere moment de deurmat.
In gedachten verzonken, drinken we onze thee en praten even later alsof we elkaar pas nog hebben gezien. Hoe wonderlijk toch twee verkoolde zielen die elkaar ontmoeten, altijd bekend, altijd een verhaal, altijd omarmd.
We besluiten deze prettige toeristische tour in het topje van een nieuw hotel waar je een prachtig uitzicht over heel Amsterdam hebt. Alwaar een meneer met een rode Perzische poes mij tegemoet komt.
Tsa Amsterdam heeft het. Terug in de trein help ik een clubje Vietnamezen naar Madurodam toe. En wijs hun op echt Hollands eten: "de pannenkoek". Een mooie dag. Wel opvallend dat er steeds minder groen tussen de huizen zit als de trein eraan voorbij flitst.
Maar niet getreurd de architecten 2012 hebben een mooie filosofie, om niet meer dan nodig is te bouwen en juist meer en meer bestaande bouw te gebruiken. Maar goed daarover een ander keer.
http://2012architecten.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten