In grote delen van steden in Nederland is men druk met afbreken, en bouwen. Het zich steeds herhalende patroon lijkt ons haast gewoon te passen als een jas. Toch ben ik elke keer verbaasd als ik zie hoe een groot stevig gebouw tegen de grond wordt gedrukt.
Staken en pieken van steen, puin en verdrietig hangende raampjes, pruttelen in een grote hoop, als je goed luistert hoor je een zacht gekreun. De bulldozers nemen de grond over. Mijn opgestoken handje ten teken of ik nog even een foto mag nemen ten spijt.
De man zwaait met de handen omhoog, ik versta het niet. Hij grijpt naar zijn mobiel, met een woedend gezicht naar zijn collega vermoed ik, hoe die mij zo ver, heeft toe kunnen laten. Langzaam druip ik af vroeger zou zo iets nog wel eens gekund hebben.
Maar vandaag lijkt iedereen meer en meer op zijn strepen te staan, je komt werkelijk tegen een muur van "Nee", die achter mij met een grote klap omvalt. De huilende muur met "Angst" kijkt verwoedt om zich heen, zij is nu nog gespaard, maar voor hoe lang?
Ergens verderop heeft een jonge poes zich genesteld in de vensterbank van het inmense flatgebouw dat wordt neergehaald. Als een rare spring ik op en neer, sommige ouderen die in deze wijk wonen, kijken mij meewarig en hoofdschuddend aan.
Met een Haagse tongval geven zij mij te kennen dat de kat vanzelf wel weer op haar pootjes terecht komt.Lachend om zijn eigen grapje zeult hij verder met een tas vol van de Jumbo. Ik zucht en maak dat ik weg kom. De bulldozer komt dreigend op mij af. Het is wel goed zo. Nog even roep ik "poes", "poes" maar de klanken verwaaien in het omvallende muurtje wat ik zo juist heb vastgelegd met:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten