maandag 15 augustus 2011

Blije Koeien.

Op weg met een zen studie genoot afkomstig van een zen groep in Den Haag http://www.kanzeon.nl/.
Trekken wij door het landschap op weg naar Wapserveen om daar het klooster de Noorder Poort te ontdekken. Het gras zacht groen wuivend in de wind. Merries en veulens dartelen in de wei. Stieren stoer een eindje verderop, met gelijkmatige tred gaat hun grote tong over het gras. Stapje voor stapje wordt de grasmat afgewerkt.

Eenmaal aan het eind mag de stier de weide verlaten en ligt er een nieuwe wei voor hem klaar. Steeds weer hetzelfde ritueel. Wij zoeven met rustige tred langs dit stemmige tafereel. Even verderop blaten de schapen ons een welkom toe, met in mijn ogen een verveelde blik gaat ook hier de mond of is het bek gelijkmatig op en neer of heen en weer. Er is veel werk te doen voor deze dames.

De lammetjes die ons maar vreemd vinden schieten haastig achter moeders wollige buikje. Eenmaal veilig koekeloeren ze over haar rug naar ons en schieten haastig weg als ik een schaap na doe. Kennelijk vind er toch enige gelijkenis plaats want ergens verderop reageert een schaap in wat haast wel lijkt barings nood. Ik blaat nog wat terug we hebben samen een toon te pakken.

Verder gaat de reis in dit wuivende landschap met stevige stenen langs de weg die er haast lijken te zijn neergevallen. In mijn geest verschijnt een pop-up met oude dingen. De school de plaatjes van de hunebedden de verhalen.http://nl.wikipedia.org/wiki/Hunebed De rijdende dans van de auto wordt abrupt gestopt als we in een kleine file belanden. Rustig wieltjes achter elkaar wachten vele mensen die van de wacht periode gebruik maken om kind en al wat iets meer zij, naar de wei te laten gaan om daar oog in oog met schaap of koe kennis te maken en foto's te nemen.

Flits, flits klinken de snelle digitale camera's. De mais wuift rustig terug en even later zijn we al weer aan het rijden. Even een stopje voor broodje, wat drinken, in rustige sfeer bereiken we de buurt van het klooster. Waar ik her en der kennis maak met plaatselijke boer, of bewoners. Als ik naar de bekende weg vraag knikken zij  mij vriendelijk toe. Het lijkt even alsof ze het niet verstaan hebben. In mijn gedachten zie ik de malende koeien en hun vredige tempo en tracht onze tempo's op elkaar af te stemmen. De boer in kwestie legt mij in eigen dialect uit hoe onze weg te vervolgen.

Eenmaal ingestapt blijken we zowat voor de deur te staan.Voor informatie over dit centrum bezoek hun website: http://www.zeninstitute.org/ geleid door Jiun Hogen. Met enige nieuwsgierigheid stappen we naar binnen. Een hartelijke ontvangst, hoewel we schromelijk te laat blijken te zijn.  Vol vertrouwen stappen we in het metrum van wat ons aangeboden wordt. De magie van de zendo voor betekenis zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Glossary_of_Buddhism we laten ons omarmen door wat er is.







woensdag 10 augustus 2011

In de trein.

Op weg naar Amsterdam. In jaren niet meer met de trein geweest. Een hele onderneming, maar als je alle regeltjes en kaartjes systemen weer in je knar hebt, glij je in het gleufje, het is de dans van de menigte en stroom je mee in de golf die van station naar station gaat. Het zitten blijkt in deze hyper moderne treinen niet als vanzelfsprekend. Je moet een plaats bevechten, op een lege stoel had een zeer lange man naast hem zorgvuldig een zakje gelegd. Ik vatte dit op als bezet.

De trein verder inkijkend bood niet veel soelaas voor een plek dus toch maar vriendelijk: Meneer zou ik hier mogen zitten. Met een boos gebaar trekt hij het zakje weg en kruipt verder in de hoek, met moeite zijn benen ergens kwijt proberen te duwen. Hilariteit bij de dames tegenover hem, gelach als ik neerplof. Later als de man de trein uitstapt leggen zij mij uit hoe leuk zij het vonden dat ik dat deed, en dat ik de vijfde was die het hem had gevraagd.

Tsjee, dacht ik, er is toch nog niet veel veranderd zo in de trein. Als ik even later een opa en oma zorgvuldig hun kleinzoon een stapel cartoon boekjes zie overhandigen, weet ik het zeker. Het feest der herkenning, als mijn moeder mij meenam met de trein werd ik altijd heel erg verwend met allerlei boekjes om me bezig te houden. De tijd vloog voorbij en eer ik er erg in had was ik in Centraal Station Amsterdam.

Ik stapte uit met mijn thuis uitgeprinte ticket, en trachtte het poortje voorbij te komen, maar dat was allemaal nog niet zo eenvoudig. Uiteindelijk zag ik een open poortje en haalde opgelucht adem en stapte de wereld van de bouwvakkers in. Hemeltje lief wat een ellende voor dit eerst zo statige station. Hoge hijskranen, veel gedoe, links en rechts rijden fietsers je van de sokken. En als dat niet gelukt is wordt je door een auto gegrepen, en verderop weer neergezet.

Ik zoek mijn toevlucht bij de canalboats, waar inmiddels een heerlijk lange toeristische rij zich heeft gevormd. Tsja de boten varen pas over een uur lees ik. Terwijl ik inzoem op de drukte en alles even op me in laat werken, hebben zich een heel zangkoor van spreeuwen om mij heen verzameld. Hele jonge wondertjes met vleugels, want hun haartjes pieken in de wind. Er is er een die heel dapper op een van de hekken tegen de wind in aanvliegt. Met moeite bereiken zijn pootjes vaste grond onder de voetjes.

De wind wappert het kleine diertje op en neer. Ik wordt door het volgen van dit kwetsbare tafereeltje enorm rustig. Mijn adem zakt en de kakofonie van herrie, of mensen die door mensen heen schijnen te willen lopen deren me minder en minder.Ik wacht geduldig op mijn vriendin die me hier ergens op gaat pikken. Even wat gestoei met sms en uiteindelijk treffen we ons voor het tourist VVV gebeuren.

We praten bij, we hebben elkaar in 30 jaar niet gezien. Toch lijkt het alsof we zo op elkaar intunen. Na een mooie rondleiding in haar prachtige appartement, stappen we de wereld weer in. Jeetje denk ik als ik naar buiten stap is hier een opstootje? Maar nee het altijd zo druk. Bij een gezellig druk tentje gaan we in de rij staan. Het is kennelijk zeer populair.

Mijn vriendin lijkt mensen te lezen en even later zitten we in een heerlijk niet zo populair tentje en worden alleraardigst geholpen. Enigszins besmuikt vult mijn vriendin aan, tsja eerst was dit tentje populair en ik moet bekennen ik heb er ook aan meegewerkt door bij die andere te gaan, zodat dit nu niet meer loopt.

Aha, zie hier het begin van de ondergang galmt het door mijn hoofd. Is dit niet waar we aan kapot gaan. De hypes, het volgen van de trends, het ene moment ben je een hit en het andere moment de deurmat.
In gedachten verzonken, drinken we onze thee en praten even later alsof we elkaar pas nog hebben gezien. Hoe wonderlijk toch twee verkoolde zielen die elkaar ontmoeten, altijd bekend, altijd een verhaal, altijd omarmd.

We besluiten deze prettige toeristische tour in het topje van een nieuw hotel waar je een prachtig uitzicht over heel Amsterdam hebt. Alwaar een meneer met een rode Perzische poes mij tegemoet komt.
Tsa Amsterdam heeft het. Terug in de trein help ik een clubje Vietnamezen naar Madurodam toe. En wijs hun op echt Hollands eten: "de pannenkoek". Een mooie dag. Wel opvallend dat er steeds minder groen tussen de huizen zit als de trein eraan voorbij flitst.

Maar niet getreurd de architecten 2012 hebben een mooie filosofie, om niet meer dan nodig is te bouwen en juist meer en meer bestaande bouw te gebruiken. Maar goed daarover een ander keer.

http://2012architecten.nl/

maandag 8 augustus 2011

Respect.


In de trein hoor je de mooiste toevalligheden voorbijkomen. Het zijn korte verhalen soms haast gedichten. Alsof mensen vrijer zijn als ze je aanspreken, omdat je een vreemde bent. Je loopt elkaars verhaal even in en trekt er weer uit weg, soms wat mentaal meubilair van de ander meenemend of ruilend. Waar je bij directe naasten nog wel eens aan stoort, opmerkingen net even verkeerd geplaatst of uitgelegd, heb je hier geen weet van. Allemaal fijn. Je kunt soms last hebben van je eigen kritische stem die weerklinkt in zovele andere kritische stemmen.


Een jonge vrouw begin dertig met felle ogen, grijs geverfd haar, met een indringende stem, waardoor je blijft luisteren, stapt de coupe in en ploft met paar los bungelende tassen, tegenover mij neer. Terwijl ik gedoken ben in een tijdschrift over architectuur in Nederland voel ik meteen haar observerende blikken door het tijdschrift heen.

Ik zucht diep, probeer me te concentreren op de tekst, de beelden. Weinig succes, met een zwaar gebaar leg ik het tijdschrift op mijn schoot. Ze kijkt inderdaad en lacht me vriendelijk toe, terwijl ook zij zucht. "Grappig vind u niet", spreekt ze mij vervolgens aan. Ik kijk door het raam en zie nog net hoe een havik een klein konijn in de lucht meevoert. Enige gelijkenis met mij in deze trein voel ik wel. "Wat" vraag ik maar, omdat ik het idee heb dat dit van mij verwacht word.

Nou herneemt het grijze priemende ogen meisje; Ik plof neer en de trein rijd weg. Alles loopt zo mooi in de tijd mee. Ik kijk haar onderzoekend aan in de hoop iets te ontdekken van wat ze in hemelsnaam bedoelt. Maar weinig succes ditmaal. Het meisje laat zich niet zo makkelijk lezen. Alsof er iets vreemds aan haar is wat nog niet eigen is. Ze ziet dat ik er niet veel van oppak en herneemt zich.

Ha; zegt ze ik ben Armeenah, en u of is het jij? Ik kleur gelukkig zelden maar voel me meteen even oud, maar het maakt hier niet uit ik ben zo weer weg, het doet me niets. "Jij" stuntel ik ineens, Paulien is mijn naam. Jouw naam maakt me nieuwsgierig is er een uitleg in besloten vraag ik? Armeenah lacht haar mooi witte tanden bloot, de glanzende priemende ogen veranderen meteen door de lach. Ze buigt zich voorover en fluistert "Vertrouwenswaardig" betekent het in Nederlands, het komt uit ArabiĆ«.

En jij; ten teken van mijn naam en haar betekenis; ik zucht opnieuw, zit dit meisje te wachten op de vergelijking met Paulus en het katholieke geloof vanwaaruit mijn naam komt, om nog maar te zwijgen over mijn Boeddhistische naam? Beetje ingewikkeld allemaal; glimlach ik onbeholpen; het feest der herkenning; als zij reageert met Oh, die ken ik wel, facebooker ben jij ook zeker?

Ik schud wat heen en weer en herinner mij India waar als iets; ja is men nee schudt. Maar vertel, herneem ik mijzelf je begon met grappig en relateert het aan tijd enzo. Kun je er iets meer over vertellen. Voor we het weten schieten we van station naar station. Onderwijl vertelt zij dat ze op de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht zit en bezig is met een project; Respect en Tijd in geschiedenis.

Ze haalt een artikel uit haar tas en laat het mij lezen; het betreft een kopie van een kranten artikel uit 1945, waar in het duingebied bij Overveen, een groot gebied met overschotten van mannen is geweest. Ik slik en weet even niet of ik wel verder wil lezen. Dan wijst haar keurig grijs gelakte lange nagel naar de onderste zin.

Kijk daar zo mooi precies opgeschreven, dat bedoel ik nou respect begrijp je Paulien? Opgetogen over de nauwkeurigheid van het netjes opgetekende stukje; door een trouwe ambtenaar ter plaatse. Het beschrijft in grote precisie de kleding van een van de mannen. Ik slik en denk aan de oorlog en wil eigenlijk het artikel aan haar terug geven; maar dan valt mijn oog op een zaak-naam die naar mijn familie verwijst , deze naam op het etiket stond in een van de pakken van de mannen. Toch begrijp ik nog steeds niet wat zij hiermee wil zeggen. 

Wat ik nou aan het proberen ben is om een tijdlijn te maken van mensen tussen 1945 en nu met her en der een kant tekening van iemands leven. Of wat hij of zij aan had. Daaruit ontstaat weer een beeld van de mensen van toen naar nu en wat zij droegen, hoe men zich uitte, en hoe precies men met de ander omging. Moet je nu eens kijken in de krant; het lijkt allemaal nergens meer over te gaan.

Nou, nou sputter ik wat tegen, maar in gedachten ben ik het van harte met haar eens. Ik baal enorm van het gebrek aan respect en het invullen en oordelen naar elkaar, helaas ook meer en meer de tendens in kranten. Maar; vervolg ik hoe geef je het vorm.

Precies en daar kom jij in het verhaal. Hoezo? Nou ik hoor graag wat het met jou doet waar ik mee bezig ben. Jouw persoonlijke verhaal. Oei...heb je een paar dagen grap ik, ondertussen zoekend naar een uitweg. De naam zegt me wel wat. "Nee echt", roept ze uit, iets wat ik wel vaker hoor. Ja echt. Ik wijs haar op de kledingnaam het was vroeger een zaak op de Maria plaats in Utrecht ten tijden van de oorlog. Het pak in dit nauwkeurig beschreven artikel is afkomstig van mijn vaders zaak.

Inmiddels nadert het station; ze vraagt me of ik vaker met de trein reis omdat ze een en ander nog wil opschrijven denk ik. Ze pakt haar ipad, mag ik u filmen terwijl u dit vertelt, ik zal een klein fragment gebruiken in mijn Project Respect en Tijd. Voor ik er erg in heb neemt ze mijn verhaal op. Ze klapt het dicht ten einde van de opname en bedankt me. Dit bedoel ik nou: Respect en Tijd en geschiedenis, je kunt het op zo veel manieren uitleggen. 

Maar ik wil het precies zo zeggen hoe het is. Niks meer en niks minder. Begrijp je? Ik knik, ik begrijp inmiddels heel goed wat zij bedoelt en ik waardeer deze generatie die haar eigen weg vecht tussen , de snelle digitale wereld, waar alles meteen de volgende dag op je bordje ligt, waar het vroeger misschien een maand over deed.

Nooit gedacht dat zulke uiteen liggende zaken zo netjes dicht bij elkaar gebracht kunnen worden. Als de stem vertelt dat Amsterdam voorstaat maak ik aanstalten om op te staan, Armeenah springt op en geeft me spontaan twee zoenen. Te gek joh, ik ben zo blij, je hebt me een opening gegeven in dit eerst zo taai lijkende onderwerp. Het is echt voor mij gaan leven.

vrijdag 5 augustus 2011

Onkruid wieden.



Als ik tegen de avond de straat inkom staat de muur van onkruid me ineens heel erg tegen. Meteen aan het werk, terwijl bewoners van de straat me vriendelijk toelachen om deze goeie actie, steekt niemand een handje bij. Tot plots 'n mevrouw: zal ik u even helpen; door te vegen, uitroept. Ik lach en knik van ja, zo ontstaat er een sociaal wij samen straatgevoel.

Over en weer komen nu mensen aan die er schande van spreken dat de gemeente, die wij hiervoor toch uitgebreid betalen, niets doet. Iemand helpt met het afknippen van de bijna niet uit de grond te krijgen onkruid. En in een mum is alle nare hoge pluimige en welriekende smurrie want een hond vind dat onkruid maar wat fijn,weg.

Opgelucht en tevreden over mijn ingezette actie, schud ik her en der nog wat handjes zodat mensen ineens een naam hebben als je ze ziet. Ook leuk. Als ik de zakken ergens wil dumpen, spreek Jennie me dan ook vriendelijk toe of ik de zak niet in mijn vuilnisbak wil dumpen. En zo geschiedde.

woensdag 3 augustus 2011

Stad en verandering.

Het is nu een jaar geleden dat ik in de Haagse binnenstad was.
Op zoek naar winkels die in mijn geheugen liggen, maar waar ik ook kijk zie ik verandering. Bijna alle oude zaakjes met snuisterijen en of speciale dingen als b.v "vlieger op" o.i.d zijn allemaal uit het straatbeeld verdwenen.

Is het de intreding van de webwinkel? Ik voel me een vreemde in mijn eigen stad.
I'm an alien in New York, galmt Sting door mijn hoofd en inderdaad zo voel ik me wel wat.

Als ik na een strooptocht samen met mijn vriendin uiteindelijk bij drogisterij van der Gaag naar binnen stap, herneemt mijn gemoed zich en wordt ik ineens rustiger.

Wordt ik oud? Wat is toch dit verschijnsel dat alles voortdurend anders moet, een brood is toch een brood. Voor mij hoeft de bakkerij niet een digitale toonbank met opflitsende reclame hoofdjes om aan te kondigen dat de bolletjes vandaag vers zijn. Ik wil gewoon een brood in een papieren zakje.

Maar waar ik ook kijk: zie ik meer en meer het verschijnsel; dat ik zelfs de zaak niet eens begrijp als ik ervoor sta. Wat verkoopt men hier, is het een gevoel, een beleving of gewoon de kapper?
Bij een winkel die normaal in de etalage heeft wat het ook verkoopt, willen we naar binnen, maar de deur is dicht. Ik kijk naar boven en zie; om de hoek, dus we lopen om de hoek heen op zoek naar een opening. Maar die is er niet, dan toch maar weer terug, blijkt de zaak "Om de hoek" te heten.

Is dit "second life"; digitale snelweg, geintjes? Verwarring alom, ik blijk hier niet alleen in. Toeristen dwalen door de stad op zoek naar iets wat er niet is. Sommigen vroegen mij naar iets dat volgens hun er toch echt geweest moest zijn, maar ik kon deze Duitsers helaas niet veel verder helpen. Etalages verwijzen naar zaken die er niet zijn.

Bij even niet opletten zie ik een vaag figuur aan mijn auto rukken. We springen op; totaal wakker geschud. Hij loopt snel voor ons uit, onderwijl iets roepend van: hij zit vast zeg. Als we de straat verder in ogenschouw nemen, blijkt dat de winkels er wel heel vreemd uitzien. Iemand stapt een pand uit, een walm van wierrook wappert om hem heen, mijn vriendin lacht als ik uitroep; "wauw wierrook", heftig als je dat rookt. Ze wijst op de joint, als we dieper op de zaak ingaan blijken we in een softdrugs straatje te staan. Was dat niet voor het Amsterdam imago weggelegd?

We zijn in Den Haag roep ik vertwijfeld uit, ze lacht en komt haast niet meer bij. Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo lollig, ik baal ervan dat b.v de goede boekenzaak Zazen er niet meer is. En meer van die dingen. Is het werkelijk aan het verdwijnen "de winkel"? Begrijpt men dan niet dat voelen,ruiken, proeven, testen van de kwaliteit toch echt niet voor het internet zijn weggelegd. En wat te zeggen van al dat verkeer dat heen en weer rijdt om ons al die webwinkel producten thuis te bezorgen.

We ploffen ergens neer en vragen om een kopje koffie, de juffrouw die het kennelijk gewend is dreunt een lijst aan verschillende koffie's op, dat ze zelf schouderophalend in een adem zich haast verslikt. Als ik haar wil helpen en onderbreek met mogen we twee gewone koffie, is ze beledigd. Nee ik zal wel een oud wijf zijn, maar 5 euro voor een kop koffie en een muffin en dan nog zo behandeld worden is geen fun meer.

Met heimwee denk ik terug aan de fietstochten met mijn vader, waar we een groot glas limonade kregen van iemand die je breed lachend tegemoet kwam, en die vol verhalen zat en het leuk vond dat je komt.

Toch vind ik het vreemd dat het leven zich zo heeft vernauwd dat het alleen maar over geld verdienen blijkt te gaan, en dat verandering niet mentale verandering inhoudt maar hoe kunnen we concept denken tot kunst verheffen?

Helemaal gemotiveerd kruip ik thuis, totaal niet geslaagd met niks op mijn kussentje en zit terwijl de tijd voorbij glijdt en ik opschrik door mijn poes die klaaglijk mauwt om eten.



maandag 1 augustus 2011

Graffity en steen.

In grote delen van steden in Nederland is men druk met afbreken, en bouwen. Het zich steeds herhalende patroon lijkt ons haast gewoon te passen als een jas. Toch ben ik elke keer verbaasd als ik zie hoe een groot stevig gebouw tegen de grond wordt gedrukt.

Staken en pieken van steen, puin en verdrietig hangende raampjes, pruttelen in een grote hoop, als je goed luistert hoor je een zacht gekreun. De bulldozers nemen de grond over. Mijn opgestoken handje ten teken of ik nog even een foto mag nemen ten spijt.

De man zwaait met de handen omhoog, ik versta het niet. Hij grijpt naar zijn mobiel, met een woedend gezicht naar zijn collega vermoed ik, hoe die mij zo ver, heeft toe kunnen laten. Langzaam druip ik af vroeger zou zo iets nog wel eens gekund hebben.

Maar vandaag lijkt iedereen meer en meer op zijn strepen te staan, je komt werkelijk tegen een muur van "Nee", die achter mij met een grote klap omvalt. De huilende muur met "Angst" kijkt verwoedt om zich heen, zij is nu nog gespaard, maar voor hoe lang?

Ergens verderop heeft een jonge poes zich genesteld in de vensterbank van het inmense flatgebouw dat wordt neergehaald. Als een rare spring ik op en neer, sommige ouderen die in deze wijk wonen, kijken mij meewarig en hoofdschuddend aan.

Met een Haagse tongval geven zij mij te kennen dat de kat vanzelf wel weer op haar pootjes terecht komt.Lachend om zijn eigen grapje zeult hij verder met een tas vol van de Jumbo. Ik zucht en maak dat ik weg kom. De bulldozer komt dreigend op mij af. Het is wel goed zo. Nog even roep ik "poes", "poes" maar de klanken verwaaien in het omvallende muurtje wat ik zo juist heb vastgelegd met:

zaterdag 30 juli 2011

Mist

Early
morning
Driving
Pastures
Animals
Smell
Sky

Arriving
Kissing
Sister
Listen
Talking
Feelings
Together

Back
Evening
Mist
Lights
Waiting
Satisfied
Happy

vrijdag 29 juli 2011




Family


Every bit of me and my brother's and sisters are pieces of a huge puzzle.
So many stories, so many visions, so much tot tell.

When we grew older all seems to clear up.
Less stories, more memory, a lott forgotten.
Somehow something else seems more and more important.

Call of love seems to get louder and louder.
We obtain our breathes in a calm way and visit eachother.

We listen, we hear, and somehow there is a kind of magic in the air.
Where-ever my parents are they guide us from there and scatter rosepebbles of love.

And when we open our heart they visit us quietly and kisses the wounds.
Slowly healing  of all the scars and pain.

When at the end of a day you fall in a deep sleep.
You are woken by the kisses of there being and finally there, 
in the presents of love and attention.