Wat van mij, is ook van jou?
Het is mooi weer, maakt dat alles kriebelt. Ik ga naar buiten en zoek mijn volkstuin op. Alles ligt er wat kaal, verborgen bij. Het zonlicht tilt de aarde tinten op, ergens schiet een mol gauw in haar hol. Vogels vliegen bij mijn buurvrouw op de tuin af en aan, zij heeft de hele winter zo haar best gedaan met vogelvoer geven dat het een leuke tuin vol leven is geworden. Dit jaar helaas; lieve vogels hebben jullie van mij niet veel meegekregen. Het was een druk winterseizoen met heel veel afscheid nemen. Maar langzaam schud ik het verdriet af en geef het mee in de wind, blaas in en uit. In gedachten veeg ik de resten van wat eens een vogeltje was bijeen, leven en dood het is zo dichtbij.
Ondertussen voel ik me bekeken. Op een takje van een struik wordt ik aandachtig gemonsterd door een roodborstje. Oogjes kijken nauwlettend toe, hoe ik me ophoudt met het restant vogeltje. Met de grootst mogelijke zorg en eerbied voor leven en dood, maak ik een klein kuiltje, leg de resten er zorgvuldig in. Het roodborstje veegt in gedachten een plekje schoon, als ik langzaam het grafje dichtmaak. Ik leg er een verdroogd bloemetje op, die attentie kan het roodborstje wel waarderen, er komt een klein geluidje uit haar tere borstje, heel zacht,heel breekbaar.
Het is een fragiel moment van samenzijn, op deze wonderlijke mooie middag, waar ik me verlaten voelde, sta ik ineens niet meer zo alleen. Als ik langzaam overeind kom, vliegt het roodborstje even rond mijn hoofd, floep zo snel als het kwam zo verdwijnt het aan de waterkant tussen de bomen. Een liedje ten afscheid van haar kindje of geliefde wie zal het zeggen. In gedachten neurie ik een liedje en haal diep adem. De tuin is anders geworden, de waterleiding hangt zielig langs het huisje, vandalen hebben de koperen leiding ruw weggesneden en de schade is enorm voor een klein stukje pijp.
Waarom doen mensen wat ze doen, en leven hun eigen wetten van leven, soms haast zo respectloos, dwaalt als een stem door mijn hoofd. Hoe is het toch dat je van anderen zo makkelijk blijkbaar kunt stelen, zonder er wroeging over te hebben?
Een heel oud zen verhaal schiet me te binnen, van een thuiskomende monnik die zijn huis leeggeroofd ziet, en naar de volle maan kijkt en zegt: ach ik had de inbreker nog wel de maan willen geven, maakt mij milder gestemd.
Als ik mijn gereedschapskist bekijk valt me op dat ook daar maar de helft van achter is gebleven. Het geeft niet mompel ik in mij eentje, neem het maar, het is niet erg het zijn maar spullen. Toch steekt het heel even, omdat het restanten van gereedschap van mijn overleden vader waren, die nu ergens in andere handen hun werk doen. Een gloed van innerlijke warmte stijgt op, zo maar ineens, als in een ingeving, misschien had die persoon geen vader, en heeft zij zo toch een beetje een vader bij zich omdat jij die wel hebt gehad. Energetische velden, voor anderen vaag maar voor mij soms zo helder.
Maar het geeft je te denken. Hoe arm zijn mensen van leven en denken, dat ze tot zulke dingen in staat zijn.
De kat van deze volkstuin komt met een prooi aan, legt deze alsof hij mijn gedachten las haast als troost voor mij neer. Ik moet er om grinniken, de veldmuis is piepklein. Hij blijft me aankijken alsof hij van me verwacht dat ik deze meteen ga oppeuzelen. Ik knik vriendelijk ten teken eet jij maar lekker op. Als ik langzaam naar de deur loop om deze af te sluiten heeft hij toch maar de muis weer meegenomen, zwiept met zijn staart parmantig langs mij heen. Schud met zijn schouder alsof hij zeggen wil; dom hoor je mist nu een lekker hapje.
De zon glimlacht nog iets harder als ik langzaam het tuinpad afloop, de ooit zo prachtige bloesembomen langs het pad, staan er wat sneu bij, nu ze voor de helft van hun stam zijn ontdaan, de stompjes steken naar af tegen de zo heerlijk blauwe lucht.
Op de grond doen gele bloempjes extra hun best om de bloesem mij te laten vergeten.
Het lukt, ik knik ze vriendelijk toe, geen idee hoe ze heten, maar ze stralen met hun kleine tere kopjes lief knikkend in de zon.
Dank je wel wereld voor deze mooie tuin, ik heb zin in de lente!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten