maandag 16 februari 2015

Een moment van geluk!



Wat van mij, is ook van jou?

Het is mooi weer,  maakt dat alles kriebelt. Ik ga naar buiten en zoek mijn volkstuin op. Alles ligt er wat kaal, verborgen bij. Het zonlicht tilt de aarde tinten op, ergens schiet een mol gauw in haar hol. Vogels vliegen bij mijn buurvrouw op de tuin af en aan, zij heeft de hele winter zo haar best gedaan met vogelvoer geven dat het een leuke tuin vol leven is geworden. Dit jaar helaas;  lieve vogels hebben jullie van mij niet veel meegekregen. Het was een druk winterseizoen met heel veel afscheid nemen. Maar langzaam schud ik het verdriet af en geef het mee  in de wind, blaas in en uit. In gedachten veeg ik de resten van wat eens een vogeltje was bijeen, leven en dood het is zo dichtbij.

Ondertussen voel ik me bekeken. Op een takje van een struik wordt ik aandachtig gemonsterd  door een roodborstje. Oogjes kijken nauwlettend toe, hoe ik me ophoudt met het restant vogeltje.  Met de grootst mogelijke zorg en eerbied voor leven en dood, maak ik een klein kuiltje, leg de resten er zorgvuldig in. Het roodborstje veegt in gedachten een plekje schoon, als ik langzaam het grafje dichtmaak. Ik leg er een verdroogd bloemetje op, die attentie kan het roodborstje wel waarderen, er komt een klein geluidje uit haar tere borstje, heel zacht,heel breekbaar. 

Het is een fragiel moment van samenzijn, op deze wonderlijke mooie middag, waar ik me verlaten voelde, sta ik ineens niet meer zo alleen. Als ik langzaam overeind kom, vliegt het roodborstje even rond mijn hoofd, floep zo snel als het kwam zo verdwijnt het aan de waterkant tussen de bomen. Een liedje ten afscheid van haar kindje of  geliefde wie zal het zeggen. In gedachten neurie ik een liedje en haal diep adem. De tuin is anders geworden, de waterleiding hangt zielig langs het huisje, vandalen hebben de koperen leiding ruw weggesneden en de schade is enorm voor een klein stukje pijp.

Waarom doen mensen wat ze doen, en leven hun eigen wetten van leven, soms haast zo respectloos, dwaalt als een stem door mijn hoofd. Hoe is het toch dat je van anderen zo makkelijk blijkbaar kunt stelen, zonder er wroeging over te hebben?

Een heel oud zen verhaal schiet me te binnen, van een thuiskomende monnik die zijn huis leeggeroofd ziet, en naar de volle maan kijkt en zegt: ach ik had de inbreker nog wel de maan willen geven, maakt mij milder gestemd.

Als ik mijn gereedschapskist bekijk valt me op dat ook daar maar de helft van achter is gebleven. Het geeft niet mompel ik in mij eentje, neem het maar, het is niet erg het zijn maar spullen. Toch steekt het heel even, omdat het restanten van gereedschap van mijn overleden vader waren, die nu ergens in andere handen hun werk doen. Een gloed van innerlijke warmte stijgt op, zo maar ineens, als in een ingeving, misschien had die persoon geen vader, en heeft zij zo toch een beetje een vader bij zich omdat jij die wel hebt gehad. Energetische velden, voor anderen vaag maar voor mij soms zo helder.

Maar het geeft je te denken. Hoe arm zijn mensen van leven en denken, dat ze tot zulke dingen in staat zijn.

De kat van deze volkstuin komt met een prooi aan,  legt deze alsof hij mijn gedachten las haast als troost voor mij neer. Ik moet er om grinniken, de veldmuis is piepklein. Hij blijft me aankijken alsof hij van me verwacht dat ik deze meteen ga oppeuzelen. Ik knik vriendelijk ten teken eet jij maar lekker op. Als ik langzaam naar de deur loop om deze af te sluiten heeft hij toch maar de muis weer meegenomen, zwiept met zijn staart parmantig langs mij heen. Schud met zijn schouder alsof hij zeggen wil; dom hoor je mist nu een lekker hapje.

De zon glimlacht nog iets harder als ik langzaam het tuinpad afloop, de ooit zo prachtige bloesembomen langs het pad,  staan er wat  sneu bij, nu ze voor de  helft van hun stam zijn ontdaan, de stompjes steken naar af tegen de zo heerlijk blauwe lucht.
Op de grond doen gele bloempjes extra hun best om de bloesem mij te laten vergeten. 
Het lukt, ik knik ze vriendelijk toe, geen idee hoe ze heten, maar ze stralen met hun kleine tere kopjes lief knikkend  in de zon.
Dank je wel wereld voor deze mooie tuin, ik heb zin in de lente!







donderdag 12 februari 2015

Geluk wat is het?

Wat is dat toch met vrouwen die zich niet genoeg voelen met wat ze zijn? In mijn omgeving zie ik vrouwen die de ene cursus na de andere induiken, knuffelen met koeien, deelgenoot worden van de kabouter in je leven, hogerop met de coach in jou,ontdek je innerlijke familie, chakra lezen en aura reading, zenmeditatie, sabbatical op reis, welke correspondent leeft er in jou ? Hoe verzet ik mij tegen hoofdpijn, geef ik mijn grenzen aan, om er maar een paar te noemen, en dan heb ik het nog niet eens over werk, werk gerelateerde cursussen, vinden wij onszelf niet genoeg zoals we zijn, zijn we zo ontevreden? Helpen deze workshops die vaak ook nog heel erg hoog geprijsd zijn? Een vriendin, die zich bezig houdt met marketing, fluisterde me in het oor, die prijzen is om te lokken, als je dat voor jezelf uitgeeft, nou dan moet het wel wat zijn zo'n cursus. Mmmmmh, ik peinsde maar kon me er niets bij voorstellen. Is dat zo? We stapte naar buiten en werden omver gelopen door een stevig uitziende dame een van het no nonsens type,met zes honden. Ik vermoedde de uitlaat service. Toen ik de honden in het busje zag verdwijnen, wist ik het zeker. Intuïtie werkt nog steeds. Toch rennen wij van de ene cursus naar de andere en van baan naar baan, vinden geen rust met de talenten die we al hebben. Om nog maar te zwijgen van de onzin banen waarmee we ons inlaten om maar aan de kost te komen. Waarom .....terwijl heel veel mensen hun baan helemaal niets vinden en ook helemaal niet gelukkig zijn. Toch blijven we de gang maar maken in hetzelfde systeem waar onze ouders ook al in zaten te wroeten. Ik hoorde laatst van een groep mensen in een denktank die hielden zich bezig met het bedenken van een andere vorm om in je levensonderhoud te voorzien. Een maatschappij niet gebaseerd op geld. Terwijl er om hen heen gegrinnikt word, wat een vage geitenwollensokken praat, vond ik dat nog niet zo gek. Hoe zou zo'n maatschappij eruit zien. Misschien wel met veel meer lachende gezichten. Het geluk ligt in feite om de hoek, maar er is iets in mensen die dat te gemakkelijk lijkt te vinden, en dus maar van het ene naar het andere sjokt. Ontevreden bij de kassa, ontevreden in de bar, ontevreden met de kinderen, ontevreden met de trage hond, ontevreden met het weer, ontevreden....ontevreden....ontevreden....en toch zit er "vrede", in het woord ontevreden? We kijken verlangend naar hen die werkloos zijn en weten dan ineens niet hoe dat voelt. Pas als we het zijn dan willen we ineens weer werken, en zo gaan we op en af in het systeem, waar we in blijven draaien als een ezel aan de maalsteen. Hoe kunnen we het geluk grijpen en onszelf een beetje blijer in de ogen kijken?

maandag 9 februari 2015

Het beste eruit halen!

Vier dagen zonder cv drukt je met je neus op de werkelijkheid en in het moment. Mijn gedachten gaan uit naar een tv- uitzending van de BOS omroep( die helaas nu nog maar een jaar zendtijd heeft gekregen) over Joan Hallifax die ergens op een berg in de sneeuw een groep zenboeddhisten toespreekt. Zij heeft het over de enorme kou en vraagt iedereen te kijken wat dit met hen doet. Ik weet onmiddelijk wat het met mij doet, het moet weg.....pas veel later kan ik me in die ongemakkelijkheid laten vallen. Alsof je achterover jezelf loslaat in het zwembad. Puur vertrouwen en acceptatie dat alles goed is en of komt. Terwijl mijn neus lekt en de poes zich trouwhartig tegen mij aanschurkt, gaat het best wel zo spreek ik mezelf moed in. Buiten hebben wel vijftien halsbandparkieten de boom gegijzeld en schreeuwen uit volle borst hun volkslied en dat duurt nu al zeker een uur. Ik weet niet wat erger is, de kou of het geschreeuw van die groene fladderaars. Mijn neus lekt en ik nies mijn longen uit mijn lijf. Ondertussen wordt de berg zakdoekjes hoger en hoger. Plots lijkt de verlossing in zicht in de vorm van een monteur, hij wordt als de koning van Sheba ontvangen. Hij gaat vol goede moed ermee aan de slag, maar al snel blijkt dat het gewraakte onderdeel dat voor deze ketel geldt, net niet verkrijgbaar is. Hij zegt droog; tja, dat moet besteld! Hoe lang gaat dat duren, geen idee misschien maandag of dinsdag ....met enig afgrijzen, zakt mijn dekentje zielig van mijn schouders naar beneden. U heeft het koud hé vraagt hij meewarig. Ik kan u aanraden en hij buigt zich vertrouwelijk naar mij toe, dat een kop koffie, flink glas sterke drank, enorm helpt tegen kou. Hij geeft me een vette knipoog en mijn ogen sluipen naar zijn opengeslagen werktas, alsof ik daar de drank in tracht te ontwaren. Hij pakt zijn spullen veerkrachtig op, het komt wel goed hoor mevrouwtje! Tis fff geduld hebben hé. We doen ons best en hij slaat druk aan het bellen met de betreffende zaak die de spullen moet komen leveren. Ook dan klinkt maandag of dinsdag of zelfs misschien wel woensdag. Een koude rilling gaat over mijn rug en ik voel hoe de kou me inmens klein en zielig maakt. Voel wat het met je doet, ja ja...tis heel waar, vol ontzag denk ik aan Boeddhisten in Tibet die zich soms voor enkele jaren zonder enige vorm van warmte of luxe in een grot of berg opsluiten in totale eenzaamheid. De stilte in de bomen bij mij achter trekt mijn aandacht weg van de eenzame monnik en zijn berg. Ik kijk uit het raam en zie hoe een bol gevormde rode kat, met van die grote kijkers, enkele wegvliegende halsbandparkieten verlekkerd nakijkt. Zo hebben we in alle lagen van levende wezens ons lijden mee te maken. De rode kater kromt zijn rug, haalt met zijn poot uit naar een voorbij vliegende vlieg, schudt met zijn kont naar mij alsof ie zeggen wil, get a life, let's hang out and have fun.Kijkt nog een keertje om als mijn poes tegen de ruit naar hem opspringt, misprijzend blaast hij haar kant op totaal niet van de wijs gebracht door een huiskat. Who care's? Zo bibberen wij twee verzopen door de koude levende wezentjes, terwijl het leven buiten in volle hevigheid haar weg vervolgd. Wat zijn we toch zielsgelukkig!

zondag 8 februari 2015

Mooie dag!

Vandaag terwijl de zon met mijn haren speelt en de blauwe lucht schittert,de zachte wind me vooruit duwt, voel je hoe lekker het is om vol in je energie te zijn. Het zand krult haast onder mijn voeten, tussen mijn tenen en de zee rolt af en aan,het is best druk op het strand. Ouders, kinderen met honden en speeltuig vermaken zich prima. Ergens een verdwaalde surfer die manmoedig op zijn plank in evenwicht blijft, terwijl de wind een andere surfer zo aan deze met moeite zoekende beginner voorbij laat suizen.

Deze ietwat angstig wiebelende beginnende surfer die al zijn inzet toont om overeind te blijven maar hup, het koude water vangt hem liefdevol op. Verzwolgen stil, de plank drijft zielig verder, terwijl de stoer kijkende surfer die hem juist naar onder deed gaan, als overwinnaar om zich heen kijkt.

Ik wijs en wijs naar de plank, pas dan ziet hij hoe deze scène ineens iets naars lijkt te gaan worden. Hij duikt met zijn lange lijf naar onder en komt triomfantelijk naar boven met niets. Opnieuw duikt hij naar beneden, ditmaal raak, hij trekt de man uit het water, mensen helpen onmiddelijk, een haalt de surfplanken eruit en de ander belt 112.

Een stoere meid die weet wat ze kan ontfermt zich onmiddelijk over het slachtoffer. Ze weet wat ze doet dat zie je meteen. Ik sta nog wat te schutteren maar help haar uiteindelijk met mijn kennis van reanimeren. Na enige pogen duwen we samen de man ietwat opzij en hup het water schiet gelukkig uit zijn keel en hoestend en proestend komt hij bij, zijn oog valt op de triomfantelijke surfer die er ineens wat zieligjes bij zit.

Niet zo mooi van je maat zegt hij alleen maar. Het klinkt als een zangregel, dat vind ik wel mooi,
geen venijn helemaal niets. Niet zo mooi maat? Mijn gedachten gaan naar motorrijders die ook zo prettig met elkaar in het verkeer omgaan als vrienden. Zou dat met surfers ook zo zijn vraagt een stemmetje ergens diep in mij. Het antwoord komt meteen. De grote sterke surfer reikt zijn hand en trekt het slachtoffer overeind. Sorry man, het was een foute move. Zullen we. Hij wijst naar de zee en trekt de man mee. Je voelt een bruisende energie van man tot man en ik geniet ervan om dit zo mee te mogen maken. Het slachtoffer wuift nog een bedankje maar wij wuiven terug met het is ok!

Ik leun achterover en peins wat over energie en het verliezen van energie, en hoe je je eigen energie
kunt beschermen. Wisselend van kijken en gedachten hang ik achterover in het zand en bekijk hoe
deze twee mannen opnieuw een inzet geven aan deze wonderlijke plank.Wat is het toch fijn als je zo met elkaar wilt zijn, elkaar de hand reikend.Het is een voorval om niet te vergeten.