zaterdag 9 mei 2015
Middenstand klust bij ten koste van...,
In de lift op weg naar de auto, gaan de deuren open en dicht, de lift staat vol met publiek en hun boodschappen. Er wordt gegrinnikt iemand heeft nagelaten de knop in te drukken, om naar beneden te gaan. Ik lach en zeg gekscherend we kunnen natuurlijk ook gezellig hier in de lift blijven met elkaar. Tot mijn verbazing zegt bijna iedereen lachend hé ja zullen we dat doen, eten genoeg.
Is dat een beetje hoe we erin staan met elkaar. Willen we eigenlijk niet liever met elkaar wegduiken in gezelligheid en intimiteit, dan rond te rennen in een wereld die minder en minder de onze lijkt te worden. Als de lift ineens heel langzaam gaat lijkt het haast nog werkelijkheid te worden. Er klinkt een hoop gepiep en gekraak en heel traag openen de deuren zich. We stappen lachend naar elkaar de vrije wereld in terwijl de ineens hevige opgezette wind ons haast uit de broek waait. Verder gaat de reis om ons boodschappenlijstje te halen.
Vandaag overkomt ons toch iets aparts. Morgen is het Moederdag, het is overal heel vroeg in de morgen al ernstig druk. Boodschapjes hier en daar, door de mensenmassa heen tollen.Tevreden of ontevreden kindergezichten staren naar mogelijke cadeautjes, die waarmee ze hun moeder graag blij willen maken.Als ze dan later met een lang gezocht cadeautje keurig met een strikje eromheen ingepakt stevig aan mama's of papa's hand weer naar buiten lopen staat er voor hen een ijsje op het programma. Anderen die nog niets hebben kunnen vinden kijken ongeduldig om zich heen. Papa's die hen geruststellen dat het wel goed gaat komen. En mama's die wijzen naar mogelijke pakjes.
Moeders die het hele jaar lopen te sloven voor man en kind, die nu een dag in het jaar verwend gaan worden met pakjes die ze al hebben of niet willen hebben of waarachtig misschien toch heel leuk vinden. Natuurlijk hoort daar ook een ontbijtje bij, dat met de tong uit de lippen zorgvuldig door kind en man of vrouw wordt bereidt. Waarna het weer een jaar van sloven en rennen is, tot aan Vaderdag, om het hele ritueel maar weer te herhalen. Hoe de commercie ons laat draven.
In een zeer bekende koffie annex boekenwinkel krijg ik het aan de stok met een horeca medewerkster. In de winkel hangt het bord dat alle Moeders gratis een consumptie krijgen. Ik zie het bord niet maar mijn vriend maakt mij erop attent. Ik ben helaas nooit zwanger geraakt en moeder geworden, maar terwijl ik mijn bestelling door wil geven wijs ik naar het bord. De verkoopster lacht mij vriendelijk toe en zegt vrolijk, ja leuk hé, we zetten de moeders vandaag en morgen eens even lekker in het zonnetje. Goed ideetje vind u ook niet!
Ik kijk haar verbaasd aan.Nee dat vind ik niet, hoor ik mezelf bits zeggen. Dus als je kanker hebt gehad en je wilde altijd al graag een kind maar kreeg het niet word je alsnog hier gediscrimineerd en gestraft? Ineens lacht ze niet zo vrolijk meer. De camera boven mijn hoofd zoemt in, ik kijk recht in de lens en wijs naar mijn voorhoofd. Wat een belachelijke regel, gaan jullie ook zoiets voor niet moeders in het leven roepen? Ze aarzelt en wil iets doen maar stapt achteruit. Ja zo is het herneemt ze zich.
Ik heb de regel niet bedacht voegt ze er verongelijkt aan toe. Haar ontstelde blik verandert spoorslags in een hard gezicht. Ze knikt en zegt:dat is dan zes vijftig. Ik kijk machteloos van de camera naar haar. Woede slaat om in verdriet, wat is dit toch?
Mijn vriend slaat troostend een arm om mij heen. Kom zegt hij trek het je niet aan.
Om mij heen zie ik moeders meewarig naar mij en mijn vriend kijken, terwijl ze hun driedubbeldeks kinderwagens voort duwen, en gauw een plekje veroveren.
De kinderen rennen hier af en aan, niemand die er zich wat van aan trekt. Het lijkt wel een kinderopvang. Wij nemen een tafel aan de zijkant iets verder van het gedreutel, en geren. Ik moet spontaan huilen om wat me overkomt, wat een griezelige koude wereld leven we toch in, geen oog voor elkaar. Iedereen rent zich rot maar niemand komt ergens.
In mijn zak diep ik een papieren zakdoekje op, het kan nog wel er zit alleen een oud stukje kauwgom in. Zorgvuldig snuit ik erom heen. Geen zin in kauwgom in mijn neus. Als ik zo aan het snotteren ben voel ik me bekeken door een gestalte. Als ik opkijk uit mijn zakdoek zie ik een klein ventje voor mij staan met zeer licht blond krullend haar, een héél héél zacht gezichtje met straal blauwe ogen. Hij legt zijn linker knuistje op mijn knie, en haalt zijn rechterhand achter zijn rug vandaan met een kleine stoffen knuffel erin. Lenen vraagt hij. Ik schiet in de lach. Maar hij is heel ernstig, dat is twintig cent! Mijn lach stokt in mijn keel. Ik kijk nog maar eens om me te vergewissen dat dit niet een grap of kleine mensch betreft, nee het is echt een klein kind, die dit zegt. Ik kan mijn ogen en oren niet geloven. Zijn vader komt achter hem aan en kijkt naar ons en de knuffel, en dan weer naar zijn zoon. Hij trekt een bestraffend gezicht naar zijn zoon. Maar die is daar helemaal niet van onder de indruk. Hij slaat met zijn linker knuistje vrij hard op mijn knie. Als je huilt moet je getroost zegt het knaapje zeer gedecideerd.
Hij reikt wederom zijn knuffel aan. Alsof hij geen weerwoord wenst, hier twintig cent.
Oh is het weer zover Bastiaan, je moet je knuffel niet uitlenen ook niet voor geld. Ja zegt vader tegen mij alsof hij zich voor zijn kind wil verontschuldigen, hij is de laatste tijd alleen maar bankiertje aan het spelen. Dat wordt nog wel wat later als hij groot is. Ik werk nl bij een bank weet u. Ik kijk vol ongeloof naar het knaapje hij is haast geen kind meer. Ligt dat aan mij, maar het lijkt steeds meer de trend dat kinderen zo klein als ze zijn al zo volwassen zijn. Ik denk terug aan mijn kindertijd die was wel even heel anders. Mijn ouders waren een autoriteit je zei nog u en er was gezag. Nu lijken kinderen meer en meer een vriend of vriendin van papa en mama, er is onderhandelen voor in de plaats gekomen. Zo klein als ze zijn stellen ze hun eigen regels.
Ze zijn soms helemaal niet meer aan het spelen zelfs. Ook dit kleine manneke oogt heel serieus. Het kind blijft me aanstaren en verwacht toch zeker wel dat ik er opin ga. Misschien zit hij in zijn kleine hoofdje al te rekenen wat hij aan rente kan trekken van dit getreuzel omdat ik maar geen antwoord geef. Als ik de knuffel aanpak hoor ik: de lening gaat nu in. Papa grijpt de knuffel, en nou ophouden het is niet leuk.
Hij draait zich gauw nog even om, sorry hoor. Neemt u ons niet kwalijk. Nee schud ik langzaam met mijn hoofd. Terwijl ik me probeer voor te stellen hoe het daar in huis toe gaat.
Bastiaan lijkt nu al haast haast geen kind meer. Het kind wordt aan de hand van zijn vader mee naar hun tafeltje getrokken. Hij blijft me aankijken terwijl dit gebeurt. Mama kijkt even later even meewarig onze kant op, schudt haar hoofd ten teken van onmacht. Ik knik haar vriendelijk toe. De thee is inmiddels koud geworden, ik wil hier ook weg dus we gaan.
Even later staan we in een winkel om een klein cadeautje voor Moederdag te kopen, met een verveeld gezicht pakt de verkoopster het pakje,nog verveelder wordt er gevraagd of het voor mijzelf is of cadeau, is het om te plagen of heb ik er gewoon zin in om te zeggen dat het een cadeau is. Cadeau!
Een diepe zucht slaakt de verkoopster, ik kijk zoekend om mij heen, vallen andere mensen dit gedrag nu ook op, of ben ik de enige? U heeft het er maar zwaar mee, probeer ik de sfeer wat lucht in te blazen, ze kijkt me intens ongelukkig aan en verzet zich onmiddellijk in een defensieve reactie: "wat zegt u; verheft ze dreigend haar stem alsof ze mij heeft uitgekozen om haar shit van de dag op te dumpen". Oh ik dacht u zucht zo, "Ja en ", onderbreekt ze mij, ach laat u ook maar, ik wuif met mijn hand ten teken dat het niet belangrijk is, nou daar denkt deze juf nou weer precies heel anders over. Het is dat ik al betaald heb en dat ik deze dreiging kennelijk maar over me heen moet laten komen, om mijn pakje ingepakt te krijgen.
Ik zucht zelf maar eens diep, waar is de tijd dat de kleine middenstander nog moeite deed voor jou als klant, en gewoon nog blij was met elk bedrag dat binnen kwam. U hoeft mij helemaal niets zwaait ze met het half ingepakte pakje in haar hand, terwijl ze daarmee mij zwaar uit mijn gedachten cirkel rukt. Ik voel hoe mijn hart sneller begint te kloppen van de stress die me dit oplevert. Weet u, herneem ik mezelf, ik hoef dit helemaal niet te pikken dit dreigende gedrag van u, ik ben hier de klant. Als het mij niet bevalt, weet ik wel wat stappen te nemen, waar u als werknemer niet blij van gaat worden. Dus wat wordt het? Ik tril op mijn benen, 1.62 lang voel ik me groeien, want de mensen in de zaak laten weten dat ik volkomen in mijn recht sta. Ik voel me iets gesteund. De verkoopster twijfelt, net lang genoeg voor mij om het pakje mee te nemen en weg te stappen uit de zaak, dan maar half ingepakt snauw ik. Mijn vriend raapt verwoed de lintjes op die ik achterlaat.
Er klinkt een diepe zucht door heel de zaak, iemand klopt mij op de schouder zelfs.
Een oude dame achter mij schudt haar hoofd, tis toch wat hoor ik haar mompelen, nou zegt zij met een zoet gevoosde stem tegen de verkoopster: lief kind doe mij maar, hoor ik haar tegen de verkoopster zeggen...maar de verkoopster is er een die zich niet laat vermurwen. Wat bedoelt je ik ben je kind helemaal niet!
Ik stap maar snel de zaak uit, ik wil het vervolg niet eens afwachten.
Als ik even later een gerenommeerde dierenwinkel in deze nette wijk inga, sta ik helemaal te kijken wat daar nu weer voorvalt. Ik kom voor twee katten gras plantjes. Ben gelukkig meteen aan de beurt. Dat is zes euro roept de mannelijke verkoper. Hij oogt vriendelijk en zakelijk. Ik kijk in mijn kleine geld portemonnee en vis daar de zes euro uit die ik net terug gekregen heb, in gedachten denk ik voor wat gras twee keer drie euro, dat is omgerekend zoiets als 7 gulden. Vrij simpel het is naast de briefjes het enige geld dat erin zit. Vandaar dat ik het zeker weet. Maar wie schetst mijn verbazing als ik het geld in zijn hand leg gooit hij het meteen in de kassa, en vist er een klein muntje uit en zegt deze euro is geen euro??? Ik zeg pardon? Ja u wil mij erin laten gaan voor twintig eurocent maar dat pik ik niet. Ik wed dat hij het muntje voor de kassa al klaar had liggen.
Ik ben totaal van mijn sokken geslagen, is dit de nieuwe manier van klanten binding, of je uitschelden of je bestelen?!! Ik ben verbijsterd. Mijn vriend wacht de verdere eruptie die bij mij omhoog komt niet af, zegt tegen de verkoper,dat zijn gedrag niet klopt om mij uit te maken voor dief, maar legt even goed wel de ontbrekende euro op de toonbank.
Waarmee hij op dat moment de cirkel van woede doorbreekt maar mij wel als dief terwijl de man de dief is de deur uit laat gaan. Ik kan er niet over uit, ik gris de plantjes mee en als hij nog aanstalten maakt om een plastic zakjes om die twee plantjes te willen doen heeft hij lekker het nakijken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Levensecht en boeiend verhaal.
BeantwoordenVerwijderenEven wat 'schrijvers-slippertjes herstellen zou ik zeggen.