vrijdag 10 april 2015
Rokjesdag aangereden door een broek!
Terwijl de violen grinniken, de bomen langzaam in knop raken, ruik je het vers gemaaide gras. De zon staat hoog aan de hemel. De vogels kwinkelieren, het is vredig. Het vijvertje van de buren verderop laat het water lekker rondzingen.Vandaag is het rokjesdag, het is heerlijk warm weer, er loopt een prachtige mooie vrouw met een piepklein rokje, op hele hoge pumps juist de straat in. Ze kan nog net uitwijken voor een net voorbij razende auto, die vervolgens inparkeert, het is de inmiddels al lang, zeer lang geleden gepensioneerde marinier, die hier in de straat de boel op stelten komt zetten, daarmee de vredige rust wreed verstoord. Hij rijdt met zijn iets te grote auto vol achteruit. Luid gekraak tot gevolg, kan nog net zien hoe de marinier met zijn trekhaak de net nieuwe piepkleine auto van de overbuurman weet op te tillen de trekhaak zit onder het nummerbord vast, snel rijdt hij weer naar voren, dit heeft een heel naar diep klinkend gekraak tot gevolg, langzaam komt zijn trekhaak er onderuit. In een wip is de eigenaar onze overbuurman buiten, wat maak je me nou roept hij met hoge stem? De zeker twee meter lange marinier stapt moeizaam uit, alles werkt niet meer zoals vroeger. Hij zucht,steunt, kreunt,hijgt ervan en komt heel traag waggelend naderbij, krabt op zijn hoofd en zegt: ja hij schoot ineens los, zijn handen wijzend naar boven. Alsof ditmaal het goede komt van boven hem zal redden van deze boze buur, met zijn gewonde auto. Hij schoot ineens los herhaalt de buurman, die juist zo trots is met zijn autootje,man je moet gewoon niet meer rijden! Nou, nou bromt de boomlange marinier. Ja herneemt de buurman, jij rijdt voortdurend tegen alles aan, laatst de lantaarnpaal, paar weken terug de afvalcontainer aan gort, om vervolgens vorige week de boel helemaal af te maken door de voorkant van de overbuurvrouw haar auto aan diggelen te rijden, haar hele voorkant lag eraf! Nou....nou dat zal wel meevallen mompelt de marinier, er komt een brede vette grijns op zijn gezicht.Hij wil kennelijk lollig zijn: hij maakt een gebaar van grote .....enzovoort , zoals mannen vaak plegen te doen, maar die voorkant, weer dat gebaar, die heeft ze nog, hij grinnikt om zijn eigen briljante grap. De buurman negeert dit gebaar volkomen, daar is hij helemaal niet van gediend. Meevallen, man dit kan niet meer. Ja....nou schuifelt de marinier ik kan er niets aan doen. Ja die is lekker, overbuurman wordt nou pas echt nijdig. Hoewel hij kookt, zijn gezicht is diep rood aangelopen, buigt hij zich zeer traag over naar de voorkant van zijn auto, alsof hij er een kusje als troost op wil geven. De marinier loopt trouwhartig achter hem aan, reikt ook naar beneden, om het ongeval in ogenschouw te kunnen nemen.Het is een apart gezicht twee intens lange mannen die naar een piepklein autootje staren of deze een krasje heeft. Het is meebuigend plastic want er blijkt niets kapot maar dat wil de buurman natuurlijk niet meteen kenbaar maken. Dus potsierlijk lopen de heren nog maar eens om het autootje heen. Als juist dat piepkleine rokje weer terug komt lopen. Ja jij bent het die me zowat van mijn pumps afreed. Ze wijst naar de marinier. Jij, jij, ze blijft wijzen en richt zich op, jij moet niet meer rijden man je bent een gevaar op de weg. Straks rijd je iemand aan! Of erger zegt de buurman met een grafstem: dood! De marinier lijkt niet echt onder de indruk, voor hem is het peanuts. Hij heeft in greppels gelegen terwijl de tanks over hem heen reden. Ik hoor het hem nog zeggen. Hij begon altijd plompverloren tegen je aan te praten. Dan hoorde je alle ins en outs van het mariniers leven. Hoewel iedereen daar in de straat zo het zijne van denkt. Anderen zien in hem juist de typische kantoorklerk. Dus alle poeha over het mariniersleven heeft ie gewoon uit de boekjes, zo wordt hij toch een beetje zielig afgeschilderd. Inmiddels zijn er nog wat getuigen bijgekomen, ze hebben er allemaal wat van te vinden. Hier is het laatste woord nog lang niet over gezegd. Het wordt de marinier kennelijk iets te veel. Ineens stapt hij in een onbewaakt ogenblik terug in zijn auto en geeft een dot gas dat spontaan een paar omstanders beginnen te hoesten. Rijdt ie op frituurvet gilt er iemand over de herrie heen. Buurman van de gebumpte auto komt naar buiten gelopen, hij heeft even zijn mobiel gehaald. Met een totaal van de voeten geslagen gezicht alsof zijn auto zojuist is opgebeamd door een Alien schip, kijkt hij om zich heen. Ja wat zullen we nou krijgen is hij ervandoor? Alle bijgekomen getuigen, de wat oudere mens onder ons, roepen in koor: Ja hij reed als een volslagen gek weg! Nou dat zal hem nog vies tegenvallen. Met een verbeten blik kijkt hij langs het koortje heen de straat in, maar ziet niets. Je zal hem nou wel niet meer helpen met achteruit rijden hé piept er een. Dan ineens herneemt de overbuurman zich, hij overziet het slagveld, het koortje, het piepkleine rokje, en haalt heel diep adem, tuurlijk zal ik hem helpen. Moeten we dat niet allemaal? Maar of hij nog lang zal kunnen rijden. Hij schudt zijn hoofd. Ach, wuift met zijn hand, vraagt ineens: iemand zin in thee? Ja,wat een immens goed idee buurman! Nou ja, dat valt wel mee hoor Jannie klinkt zijn stem weer op normale toon. Druk mompelend, gebarend trekt het volkje bij overbuurman naar binnen. Deur slaat dicht rust weergekeerd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten