donderdag 30 april 2015

Bijgeloof

Een zwarte kat kruist je pad, het zout valt om, pas op dan krijg je ruzie, gooi daarna snel zout over je linkerschouder, dan gaat het goed. Loop niet onder een ladder, brengt ongeluk, als je koffie geserveerd krijgt en er is gelekt op je schoteltje ontvang je geld, heb je jeuk aan je neus dan komt er bezoek,zeg je iets over een situatie, klop drie keer op hout af dat het goed blijft gaan. Hang een hoefijzer op in je nieuwe huis boven de deur voor geluk, als iemand je een mes geeft moet je een muntje teruggeven anders wordt de vriendschap doorgesneden. Fluiten in het theater of op een schip brengt ongeluk, een paraplu openen op het toneel in het theater brengt ongeluk, wie zijn schoenen op tafel zet kan armoede verwachten.Het cijfer dertien brengt ongeluk en helemaal als het een vrijdag de 13 de betreft. Als je een vallende ster ziet, dan mag je een wens doen. Zeg je allebei dezelfde tekst op hetzelfde moment mag je een wens doen en vooral niet tegen elkaar zeggen anders komt deze wens niet uit. In onze opvoeding zitten veel verborgen bijgeloven. Zo zie ik dat Grieken er ook heel wat van kunnen. Wil je iemand nooit meer ontmoeten, strooi dan zout na het bezoek als diegene weggaat, dan komt ie nooit meer terug. Als je niest dan denkt er iemand aan je, als je een spiegel breekt heb je 7 jaar ongeluk, ook die laatste kennen wij maar al te goed. Een joodse vriendin kuste altijd de deurpost als ze het huis verliet.Hoe ga je om met al die draden van bijgeloof? Vandaag sta ik vroeg op, ik voel dat er iets is met een verre vriendin,ver in de zin van we hadden wat onenigheid over kleine zaken, echt van die vrouwendingen, je zegt iets, iemand maakt er iets van, of andersom en hup ineens is er een issue. Vanmorgen voel ik dat ik haar moet bellen. Ze neemt niet op, de schrik slaat me om het hart, iemand anders aan de lijn, haar zus, die me vertelt dat ze in het ziekenhuis ligt met een gecompliceerde enkelbreuk. Maar zegt ze me vlot toe, ze komt vanmiddag thuis.In gedachten zucht ik. Mijn hoofd gaat op de loop, draait overuren. Had ik maar niet dit of dat gedaan dan was ze niet gevallen? Heb ik haar het boze oog gegeven? Brr...ik wil er maar beter niet aan denken.Het beste is dan maar wat gaan doen.Ik zeg de zus toe dat ik haar nogmaals zal bellen en hang op. Zo besluiten we met mijn huisgenoten lekker naar de plantenkas te gaan. De zwarte kat die oversteekt, daar moet wel een klein wit vlekje aan zitten, we trekken ons er lekker niets van aan!Eenmaal buiten tussen de weilanden, koeien,geiten, de bloeiende bloesem, vergeet je alles, dat van binnen ruist. Het wordt stil in je hoofd. Ergens vliegt een vliegtuig over,een ekster plant 'n zaadje in een pot bij het erf. We rijden langzaam aan naar de kas, een leuk mooie kas met veel bloeiende planten. Een vrolijke meneer komt ons al spuitend met water begroeten. Links en rechts hangende baskets met violen. De treurwilg knikt minzaam in de wind als wij behoedzaam onze auto parkeren. De enkel is inmiddels al weer weggezakt. We lopen na een halfuurtje beladen met planten weer naar buiten. Wat een heerlijke pracht en praal. Het zal de tuin, die nu wat groen maar grimmig na de winter zich toont, opfleuren. Verderop is een alleraardigst tentje daar schieten we even naar binnen. Vrolijke jonge mensen vragen ons wat we willen drinken. Helaas is er geen tafel meer vrij, dat weerhoudt de jonge serveerster niet om ergens aan een tafel te vragen of we erbij mogen, dat is geen punt. Ik spreek duidelijk een opa aan,hij schuift maar eens op voor ons aan de tafel, ik zeg dat het fijn is om mekaar een beetje te helpen en daar is hij het helemaal mee eens. Hij knikt ons vriendelijk toe en wijst vol trots naar zijn kleindochter. Hij steekt zijn grote hand op die vol met groeven zit zo lees ik, hij doet twee handen in de lucht. Dit alles ten teken dat hij al tien kleinkinderen heeft. Hij knikt trots om zich heen. Ik moet stiekem glimlachen, ik stel me zo voor hoe hij dagelijks op het land ploegde en hard heeft gewerkt. Hij haakt in op mijn gedachten en beaamt hoe hij lange dagen in weer en wind op het land zijn werk met veel plezier deed. Hij buigt zich voorover en vertrouwd ons toe dat hij dat nu niet meer doet. Maar grinnikt hij: ik ga zo wel een koe kopen. Hij lacht voluit of hij een goede grap vertelt. Maak er maar een mooie dag van zegt hij warm knikkend naar ons. Dat wens ik u ook. Ach meid zeg maar je hoor. Hij slaat me op mijn schouder en tikt aan zijn pet, zijn kleindochter trekt aan zijn jas van kom nou. De jeugd heeft de toekomst lacht hij met haar mee. Door de smalle deurtjes vertrekt hij met zijn bolle buik fief het pad af naar de auto. In een mum van tijd zitten we met een lekker kop thee,en een hele dikke mooie met groene pesto versierde tosti vrolijk gedrapeerd met rucola, dwingend bij elkaar gehouden door een modern stokje dat een kleine snoeptomaat heeft gespietst. We genieten van de groene omgeving, het landelijke karakter, de geitjes die mooie sprongen maken, het prachtige weer, de wolken die zo mooi afgetekend zijn tegen de felblauwe lucht. Mensen lopen af en aan,de echte diehards gaan zelfs met deze wind buiten zitten. Het kan en mag allemaal. Hier toont zich het Hollandse leven zonder opsmuk en al te veel bijgeloof zo lijkt het. Maar als ik dan even later langs de keuken kom op weg naar het toilet, zie ik ergens in een stil hoekje toch een boos oog hangen, tegen ongeluk. Better save than sorry, denk ik dan maar. Zo zit ik in de morgen nog te piekeren en te puzzelen over mijn gedrag jegens anderen, zo ben ik in de middag verdwenen in het groen en de weilanden. We praten over toevalligheden,hoe je je soms kunt inzetten om iets te behouden. Zo wil ik graag dat een programma op tv terugkomt, ik schrijven, en schrijven. En wie schetst mijn verbazing, het lijkt te werken, het komt daadwerkelijk terug. Grappig hoe je in je gedachten van het een naar het ander holt. In de ochtend in de put en in de middag weer blij. Is dat het op weg zijn dat zich aftekent? In het raam trekt de wind strepen in de wolken. Maar er is nog zo veel blauw in de lucht dat het soldatenhemd zoals mijn moeder altijd zei er nog makkelijk uit kan, als het hemd eruit gemaakt kan worden houden we de hele dag zon. Heerlijk die vaststaande culturele verhalen, ze herbergen vaak een draad van waarheid. De kat des huizes likt aan mijn met pesto versierde vinger. Hij kroelt even later op de grond van genot. Zo makkelijk kun je een levend wezen blij maken. Zo brengt een kat ongeluk zo geniet je van zijn aanwezigheid.Naast ons kruipen twee stevige dames. Ze blijken zussen, de een werkt bij de politie,de ander is coach. Ik vraag aan de agente of ze nog meer leuke plekjes weet als waar we nu zitten. Ze kijkt en denkt na. Haar zus de coach schudt van nee. Dan neemt de ander het weer over, ja zeker ze noemt een paar leuke plekken die ik niet ken. Ze knikt en rekent af. Bedankt zeg. Dat wordt weer genieten voor een volgend keer. Af en aan schuiven de mensen in dit leuke optrekje binnen en gaan wat later met een goed gevuld buikje weer op weg. Buiten tikt een meisje drie keer tegen een boom, het doet me denken aan onze kindertijd, waar je soms de gekste dingen deed omdat je dan dacht dat je gelukkiger zou worden. Zo herkenbaar. Ik weet nog dat ik met mijn zus een heel rijtje moest afwerken, zo moesten we 20 nonnen hebben geteld, 25 rode volkswagens en zo meer.De serveerster kiept het zout om, oh sorry zegt ze en ik zie haar heel snel toch maar even voor de zekerheid over haar linkerschouder nog wat zout gooien. Ik kijk en glimlach, ja die ken ik, ze lacht terug, van mijn moeder vertrouwt ze ons toe. Het is een goede dag, de zwarte kat is ver in het geheugen weggezakt. Blij en opgetogen gaan we naar huis.Waar de bloesems in zacht roze, naar diep roze, naar rood ons grinnikend de weg wijzen, ze wuiven ten afscheid, maar we komen snel terug!

vrijdag 10 april 2015

Rokjesdag aangereden door een broek!

Terwijl de violen grinniken, de bomen langzaam in knop raken, ruik je het vers gemaaide gras. De zon staat hoog aan de hemel. De vogels kwinkelieren, het is vredig. Het vijvertje van de buren verderop laat het water lekker rondzingen.Vandaag is het rokjesdag, het is heerlijk warm weer, er loopt een prachtige mooie vrouw met een piepklein rokje, op hele hoge pumps juist de straat in. Ze kan nog net uitwijken voor een net voorbij razende auto, die vervolgens inparkeert, het is de inmiddels al lang, zeer lang geleden gepensioneerde marinier, die hier in de straat de boel op stelten komt zetten, daarmee de vredige rust wreed verstoord. Hij rijdt met zijn iets te grote auto vol achteruit. Luid gekraak tot gevolg, kan nog net zien hoe de marinier met zijn trekhaak de net nieuwe piepkleine auto van de overbuurman weet op te tillen de trekhaak zit onder het nummerbord vast, snel rijdt hij weer naar voren, dit heeft een heel naar diep klinkend gekraak tot gevolg, langzaam komt zijn trekhaak er onderuit. In een wip is de eigenaar onze overbuurman buiten, wat maak je me nou roept hij met hoge stem? De zeker twee meter lange marinier stapt moeizaam uit, alles werkt niet meer zoals vroeger. Hij zucht,steunt, kreunt,hijgt ervan en komt heel traag waggelend naderbij, krabt op zijn hoofd en zegt: ja hij schoot ineens los, zijn handen wijzend naar boven. Alsof ditmaal het goede komt van boven hem zal redden van deze boze buur, met zijn gewonde auto. Hij schoot ineens los herhaalt de buurman, die juist zo trots is met zijn autootje,man je moet gewoon niet meer rijden! Nou, nou bromt de boomlange marinier. Ja herneemt de buurman, jij rijdt voortdurend tegen alles aan, laatst de lantaarnpaal, paar weken terug de afvalcontainer aan gort, om vervolgens vorige week de boel helemaal af te maken door de voorkant van de overbuurvrouw haar auto aan diggelen te rijden, haar hele voorkant lag eraf! Nou....nou dat zal wel meevallen mompelt de marinier, er komt een brede vette grijns op zijn gezicht.Hij wil kennelijk lollig zijn: hij maakt een gebaar van grote .....enzovoort , zoals mannen vaak plegen te doen, maar die voorkant, weer dat gebaar, die heeft ze nog, hij grinnikt om zijn eigen briljante grap. De buurman negeert dit gebaar volkomen, daar is hij helemaal niet van gediend. Meevallen, man dit kan niet meer. Ja....nou schuifelt de marinier ik kan er niets aan doen. Ja die is lekker, overbuurman wordt nou pas echt nijdig. Hoewel hij kookt, zijn gezicht is diep rood aangelopen, buigt hij zich zeer traag over naar de voorkant van zijn auto, alsof hij er een kusje als troost op wil geven. De marinier loopt trouwhartig achter hem aan, reikt ook naar beneden, om het ongeval in ogenschouw te kunnen nemen.Het is een apart gezicht twee intens lange mannen die naar een piepklein autootje staren of deze een krasje heeft. Het is meebuigend plastic want er blijkt niets kapot maar dat wil de buurman natuurlijk niet meteen kenbaar maken. Dus potsierlijk lopen de heren nog maar eens om het autootje heen. Als juist dat piepkleine rokje weer terug komt lopen. Ja jij bent het die me zowat van mijn pumps afreed. Ze wijst naar de marinier. Jij, jij, ze blijft wijzen en richt zich op, jij moet niet meer rijden man je bent een gevaar op de weg. Straks rijd je iemand aan! Of erger zegt de buurman met een grafstem: dood! De marinier lijkt niet echt onder de indruk, voor hem is het peanuts. Hij heeft in greppels gelegen terwijl de tanks over hem heen reden. Ik hoor het hem nog zeggen. Hij begon altijd plompverloren tegen je aan te praten. Dan hoorde je alle ins en outs van het mariniers leven. Hoewel iedereen daar in de straat zo het zijne van denkt. Anderen zien in hem juist de typische kantoorklerk. Dus alle poeha over het mariniersleven heeft ie gewoon uit de boekjes, zo wordt hij toch een beetje zielig afgeschilderd. Inmiddels zijn er nog wat getuigen bijgekomen, ze hebben er allemaal wat van te vinden. Hier is het laatste woord nog lang niet over gezegd. Het wordt de marinier kennelijk iets te veel. Ineens stapt hij in een onbewaakt ogenblik terug in zijn auto en geeft een dot gas dat spontaan een paar omstanders beginnen te hoesten. Rijdt ie op frituurvet gilt er iemand over de herrie heen. Buurman van de gebumpte auto komt naar buiten gelopen, hij heeft even zijn mobiel gehaald. Met een totaal van de voeten geslagen gezicht alsof zijn auto zojuist is opgebeamd door een Alien schip, kijkt hij om zich heen. Ja wat zullen we nou krijgen is hij ervandoor? Alle bijgekomen getuigen, de wat oudere mens onder ons, roepen in koor: Ja hij reed als een volslagen gek weg! Nou dat zal hem nog vies tegenvallen. Met een verbeten blik kijkt hij langs het koortje heen de straat in, maar ziet niets. Je zal hem nou wel niet meer helpen met achteruit rijden hé piept er een. Dan ineens herneemt de overbuurman zich, hij overziet het slagveld, het koortje, het piepkleine rokje, en haalt heel diep adem, tuurlijk zal ik hem helpen. Moeten we dat niet allemaal? Maar of hij nog lang zal kunnen rijden. Hij schudt zijn hoofd. Ach, wuift met zijn hand, vraagt ineens: iemand zin in thee? Ja,wat een immens goed idee buurman! Nou ja, dat valt wel mee hoor Jannie klinkt zijn stem weer op normale toon. Druk mompelend, gebarend trekt het volkje bij overbuurman naar binnen. Deur slaat dicht rust weergekeerd.

vrijdag 3 april 2015

De magnolia glimlacht om die ijver!

Zes uur in de morgen, mistig. Na een roerige nacht, twee krolse katten zien kans met de kater uit de buurt, de hele Passion op te voeren. Uiteindelijk maakt de buurman er korte metten mee, emmer water doet wonderen, slapen is soms een uitzondering. Ik hoor meer en meer mensen die moeite hebben de slaap te vatten. Zou het aan de straling liggen van al die apparatuur die we om ons heen hebben verzameld? Door de straat schuifelen vrouw, en haar man met twee grote Sint Bernard honden. De honden lopen traag iets met de rug zo lijkt het.Zij werkt in een bloemenshop, hij is al jaren thuis depressief, toch ziet hij kans de reclame blaadjes door wind en weer in de brievenbus te laten glijden. Hij houdt van azalea's en weet er heel veel van. Zijn hele tuin staat er vol mee, met wel vijftien soorten. Je zou het nooit achter hem zoeken als je hem ziet schuifelen.Ze zijn al heel lang samen, wat op zich in deze snelle en vooral maakbare periode van leven, al een bijzonderheid is te noemen.Zij is al eerder getrouwd geweest, heeft vanuit dat huwelijk twee stevige zonen, waarvan er een in een fanfare band zit. Nog maar pas hield ze de buurvrouw staande om te vertellen hoe trots ze is op haar manneke, die met een hele grote groep gevraagd zijn om in Edinburgh op te treden. Wel maakt ze zich zorgen om haar knul want ja die vliegtuigen. Is het niet, vroeg ze de buurvrouw, dat er ook een Fanfare orkest is neergestort een aantal jaren terug? Gelukkig wist buuf daar weer helemaal niets van. Het manneke dat vanuit scouting langzaam bij het orkest terecht was gekomen. Haar stem slaat over, als ze vertelt over haar andere zoon, ja hij helpt trouw met mijn tweede man de reclame rondbrengen. Die heeft wat meer moeite met leren,schoof ze de buuf toe. Die wuift met haar hand en zegt ach meid die komt er wel hoor.Ergens slaat iemand hard een voordeur dicht. Merel vol trots zingt uit volle borst, ziet zo kans de hele straat van een kleine ochtend opera te voorzien. De magnolia glimlacht om al die ijver. Her en der vliegen enkele tientallen halsbandparkieten schijnbaar dol op pindakaas. De straat houdt erg van vogels, zelfgemaakte vogelhuisjes sieren aan deurposten of hangen verspreidt in de tuin, de pindakaas huisjes zoeken vastigheid tegen de pui, zaden torentjes, zelfgemaakt vetblokjes, pindanoten aan draden geregen, een waar luilekkerland voor heel veel vogels. De dierenbescherming ziet niet zo veel heil in die verwennerij, vogels moeten zelf op zoek gaan naar bessen en zaden van planten in de natuur zeggen zij,maar we genieten want het is een vogelrijke straat. Het nieuws vertelt: zeven jaar celstraf voor een Chinese meneer met een baard, je mag kennelijk in dat land geen baard meer hebben, iets met extremisten?. Zoiets is in de wet bepaald, nou ja zeg, het moet niet gekker worden. Als dan ook nog zijn vrouw voor het dragen van de burka twee jaar krijgt, vraag je je wel eens af in wat voor wereld we leven. Terwijl in Kenia 150 studenten de dood vinden bij gebrek aan kennis van de Koran? Hoe gruwelijk toont zich de mensheid om onschuldigen die weerloos zijn te doden vanwege hun geloof of vanwege het ontbreken in de ogen van ....Bij de supermarkt een drukte van belang voor de Pasen is iedereen alert op de bonus producten. Iemand heeft niet opgelet, de hele band ligt vol met producten voor haast wel een heel weeshuis. De kassier kijkt minzaam wijst naar de producten, én, wat gaan we daarméé doen? De vrouw in kwestie lijkt niet helemaal fris, toch klinkt er een monter: "OPETEN"! Ze begint zelf onbedaarlijk te lachen alsof ze de beste grap met ons deelt. Maar het blijft angstig stil om haar heen, ik voel de ergernis van de mensen in de rij. De man achter de kassa wijst traag naar het bordje, waarop te lezen valt niet meer dan tien producten bij deze kassa! De vrouw kijkt, maar ziet het niet of kan niet lezen.Aan het eind van de rij,hoont iemand of kun je niet lezen trut? Ze kijkt zo hulpeloos , de vrouw achter haar zegt joh doe niet zo moeilijk help dat mens effe. Je ziet toch dat ze het druk heeft. Naast haar hangen drie kleine peuters. Deze opmerking doet wonderen. De kassier neemt een noodsprong, gaat in razend tempo, alsof de duivel hem op de hielen zit, door de scanner met de producten. De vrouw die de opmerking maakt is zelfs ook nog zo lief om de moeder te helpen met inpakken. Door de rij wachtenden gaat een zucht van verlichting. Buiten wacht een kleine setting van het Leger des Heils orkest. Ze collecteren voor de zwakste onder ons.De honer van kun je niet lezen trut ziet kans ruzie te krijgen met een van de leden van het Leger. Er is zowaar een opstootje. Jullie kunnen wel leuk muziek maken,maar jullie stelen van de mensen schreeuwt de honer. Hij doelt op een administratief medewerker die valse declaraties indient, om zo een aardig centje bij te verdienen, terwijl het Leger des Heils van niets weet. In een mum van tijd heeft iedereen er een mening over. Joh laat gaan, klinkt het van meerdere kanten. een hoge mannenstem overschreeuwt de rest met: de hoge heren stelen ook van ons, wat dacht je van die boeven met die bonussen bij de banken? Iemand in driedelig pak het bestaat nog echt, zegt zeer gedecideerd;weten jullie dan niet dat het binnenkort Pasen is? Ja vredelievendheid, en mensen van goede wil, roept een vrouw terwijl ze haar dochtertje wat centjes in de bus van het Leger des Heils laat doen. De bloeiende magnolia op het plein geeft een knipoog ,lacht om al die commotie, ze wenst ons allen een prettig,maar vooral vredig Pasen!

Zeg me dat het niet zo is!

Ze sleept haar grote boodschappentas mee naar de supermarkt. In gedachten zet ze de groenten voorzichtig in het karretje. Haar aandacht is bij het nieuws dat in haar oor verteld dat zaden gepatenteerd mogen worden en bedrijven zich eigenaar van de komkommer, of makkelijk te plukken broccoli kunnen noemen,steeds meer groenten zijn ineens in handen van de grootmachten. Terwijl de zaden van ons allemaal zijn. Een ingewikkeld verhaal, maar het gebeurd buiten ons gezichtsveld. Hoe zal dat zo in de toekomst zijn, kunnen we nog wel worteltjes blijven eten als steeds minder mensen beslissen over ons voedsel.Haar handen grijpen naar de tomaten, als een man achter haar zachtjes iets in haar oor fluistert. Ze draait zich om en is verrast. Hij geeft haar een kus en vertelt. Langzaam zakt haar mandje naar de grond haar ogen worden groot, ze schudt van nee, hij houdt haar liefdevol vast. Het nieuws dat een piloot 147 mensen mee de dood in heeft gejaagd komt aan als een mokerslag. Het vliegtuig is bewust naar de grond gestuurd. Ze ziet haar jongen nog zo voor zich stralend op weg gaan met een missie, vol goede zin. Hoe kan het dreunt het door haar hoofd. Ze denkt aan alle mensen, in het vliegtuig, hun familie, en vrienden, ze rilt zichtbaar. Haar moed zakt in haar schoenen. Haar gezicht vraagt, maar vind geen antwoord. Ze zal haar kindje nooit meer kunnen zien trouwen. Ze denkt aan de periode dat ze hem wiegde, vertroetelde als hij bang was om naar school te gaan. Hem aanmoedigde bij zijn zwem diploma. Zijn stem zo prachtig de noten kon raken. Wat is er gebeurd met haar jongen in het stoere pilotenjack? Ze kijkt haar man vragend aan. Temidden van dit kleine dorpje waar iedereen alles van elkaar weet, men nog helpt zonder oordeel gewoon omdat het nodig is om elkaar te helpen, te zien. Ineens is daar een enorme scheur in gekomen. Wild is het "samen" uiteen getrokken, door een daad van eenzaamheid, hulpeloosheid, machteloos....de woorden dreunen in haar hoofd. Een moeder met kinderwagen draait bij de broccoli naar het fruit, het zou haar a.s schoondochter hebben kunnen zijn. De baby begint onbedaarlijk te huilen. Ze huilt mee. De manager van het bedrijf komt naderbij,vraagt of hij kan helpen. Haar man trekt zijn vrouw mee met haar mandje, samen steunend aan elkaar lopen ze naar de kassa. Achter de kassa staan heleboel mensen met vragen die willen antwoord. De vader ziet hen staan en voelt hoe het bloed uit hem wegtrekt, hij grijpt zich vast. Hoe kan hij antwoorden, waar hij zelf met lege handen staat? Hij trekt zijn vrouw mee om haar te behoeden voor de pijn die dit gaat opleveren. Maar het is te laat. Ze worden ruw de pas afgesneden. De vragen tuteren in hun oren en de fototoestellen flitsen deze twee hoofden op de plaat. Morgen zullen de gezichten op de voorpagina van de krant prijken. Ze zullen worden geofferd. Net als Jezus zijn ze zonder schuld. Maar het volk wil gerechtigheid, zo is het altijd al geweest, in al die duizenden jaren is er niets, helemaal niets veranderd.Hij strekt zijn rug, schraapt zijn keel, maar als hij wil spreken, komt er niets uit. Door de emotie, de spanning is zijn stem een pieperig dun geluidje geworden. Hoe hij ook probeert zijn woorden kracht bij te zetten, ze komen niet over. Het is als in een nare droom, waar je wil spreken en niet kan, pakt haar hand, zijn schat de vrouw van zijn dromen, die waarmee hij al 30 jaar samen is. Hij trekt haar mee naar veilige oorden, de auto staat niet ver van de ingang. Maar de journalisten zijn net als machthebbers, onverschrokken,zonder emotie willen zij het nieuws opzuigen, tegen elke prijs.Elk woord, elk gebaar wordt minutieus vast gelegd. Mevrouw hoe vind u dat uw zoon...de vragen worden zo snel afgevuurd dat het een lange stroom van woorden is. Ze kan er niet meer naar luisteren. Het portier slaat dicht. Met een vaartje proberen ze weg te rijden, maar het is lastig maneuvreren met al die mensen van opzij. Toch weet haar man ze weg te leiden van deze onheilsplek. Met grote vaart weet hij behendig de auto in de garage te zetten, snel het huis in lopen. Daar verschansen zij zich achter hun ijzeren rolgordijnen. Het luxe huis omhult ze beiden als een stevige jas. Ze weet dat het niet klaar zal zijn, nooit. Misschien kunnen ze wel nooit meer, gewoon...leven? Ze rilt bij de gedachten. De telefoon blijft rinkelen, maar ze weet al dat ze niet meer op wil nemen. Ze trekt een kussen naar zich toe, kruipt weg als een kind op de leren bank. Haar zoon staat stoer op een surfplank bij hun laatste vakantie genomen. Zijn duim wijst omhoog. Ze voelt een trilling op haar rug, alsof er iemand over haar graf loopt. Haar man is krijt wit. Er worden spullen tegen de rolgordijnen gegooid, hij schrikt. Zij rent naar de deuren, gaat ze in grote wanhoop maar allemaal op slot draaien. Het rumoer wordt sterker.Haar man heeft zijn mobiel in zijn hand, belt de plaatselijke politie. Na een klein kwartier horen ze de sirenes. Ze zucht diep. Er wordt gebeld. Doe niet open gilt zij. Haar man kijkt door het oogje in de deur,ziet de agent. De deur gaat open, vragen vuren richting open deur. Als de agent binnen is wordt er opnieuw iets tegen de deur gegooid. Jullie kunnen je niet blijven verstoppen klinkt het scherp! De agent draait zich naar hen om als de moeder zacht prevelt: Zeg me dat het niet zo is.......