maandag 21 november 2016

We konden alles zijn toen!


Samen op de lagere school naast elkaar in de klas. Deden wat kinderen doen op die leeftijd, op onderzoek, kattenkwaad. Op de middelbare school speelden ze samen in de theatergroep, kleedden en kneedden zich als man, of vrouw, of zo maar mytische, interessante figuren.Zij was altijd iets terughoudender, maar samen waren ze een goed span. Het is misschien zomaar ineens gebeurd maar echt terughalen kan ze het niet. In gedachten stelde ze zich haar nog voor zoals ze was. Lachend met lang haar dat zwierde door de lucht. Haar stoere bewegingen zouden misschien iets anders  hebben moeten verraden, maar dat lachte ze met haar stralende gebit zo weg.  Onze klas had best bijzondere mensen voortgebracht, al waren wij nooit in het tv programma de reünie terecht gekomen.  Ze lachte onwillekeurig om haar eigen gedachten deze ochtend, het was ook niet niks, ze keek nogmaals naar de foto in de krant een krachtige blik staarde haar open aan, zo van wie kan me wat. Haar handen streken zachtjes over het papier alsof ze door het papier de pijn en het verdriet en de vreugde kon voelen die dit proces teweeg hadden gebracht. Maomi meis wat is er gebeurd? Ze mompelde het voor zich uit. Waar zijn we elkaar kwijtgeraakt. Onwillekeurig speelde ze met haar mobiel. Ze vroeg zich af wat ze nou het ergste vond aan hoe het gegaan was. Misschien wel dat ze haar buiten had gesloten en zich nu omringd wist door mensen die ook in transitie waren gegaan of nu net met de worsteling waren begonnen. Ze hoorde er ineens niet meer bij. Ze veegde een koffievlek van de tafel en keek op de klok. Ze moest rennen, als hoofd van de afdeling chirurgie had ze een taak. Zij was onderdeel van dit proces of Maomi het nu wilde of niet. Al had ze zich constant op de achtergrond gehouden. Natuurlijk was het haar ter oren gekomen, dat juist nu Maomi Gentle zich zou transisteren, het was als een lopend vuurtje door het ziekenhuis gegaan. Iedereen had wel iets met haar, nu werd er al hem gefluisterd. Toch had ze haar bedenkingen, ze had dan ook een collega gevraagd de intake van haar over te nemen. Hoewel ze diep in haar hart wist dat dit niet het einde van de zaak zou zijn. Tuurlijk zou het Maomi  duidelijk worden dat zij daar werkte, al hadden ze al lang geleden het contact verloren, zij had haar altijd gevolgd. Maomi een goede actrice die floreerde in diverse binnen en buitenlandse stukken, je kon haar echt niet zo maar vergeten. Toch werd er in de bladen helemaal niet gerept over een transitie. Ze vroeg zich af hoe ze dat uit zou werken, en of het daadwerkelijk in deze tijd iets uitmaakte, alles was inmiddels zo maakbaar, misschien was dat het wel wat haar zo tegenstond. Zij had als arts en later als chirurg de eed van Hippocrates moeten afleggen waar het toen nog ging over genezen, kwam nu het zwaartepunt meer en meer te liggen op iets maken of afsluiten. Ze slikte terwijl ze de deur dichttrok en haar sleutel omdraaide in het slot. De kat sprong haar tegemoet en spinde zachtjes tegen haar hand aan. Ze onderdrukte een brok in de keel, en stapte achteruit. De herfstkleuren deden haar gemoed goed. Ze zuchtte diep en maakte haast.

zaterdag 8 oktober 2016

Wijffie dit is uitloopgebied!


Gewoon zomaar een dag in de week, we rijden naar een mooi gebied met veel groen en bomen, lekker even wandelen in de vroege ochtend. Bladeren dwarrelen, de herfst is gekomen, verandert onverminderd alles in een prachtige oranje rode gloed. Takjes breken onder je voeten. Ergens klinkt eenhalsbandparkiet. Bij het water, op het hekje waar iedereen altijd de eendjes brood geeft, is het nu verlaten behalve een zwarte kraai die de meute vogels lijkt toe te spreken: "let op de broodheren komen blijf in de buurt." Een eikeltje wordt door een brutale vogel uit een boom gewipt. Valt pardoes voor ons neer. De zon piept door de bladeren en het is nog heerlijk voor de tijd van het jaar. Vroege wandelaars en wij wisselen groetjes uit, de sfeer is vredig. Honden rennen dat het een lieve lust is. Ergens schiet haastig een mol in haar hol. Terwijl een haasje als verschrikt stilstaat en luistert. Dan floept ze ook de grond in en weg.  Niet alleen honden weten hun weg hier te vinden. Als ik goed kijk zie ik zelfs een kat aan de lijn, arm beest, katten en honden gaan toch echt niet altijd zo goed samen. Toch lijken het beestje en het baasje zich van geen kwaad bewust en misschien, bedenk ik me, ben ik wat overbezorgd? Totdat we een ijselijke kreet horen, de poes of kater is aangelijnd en wel met een vreselijke vaart in een boom geklommen. Onderaan de boom staat een rottweiler met open bek te kwijlen. Het dier was het liefst in de boomgesprongen om de kat eens mores te leren. "Hoe durft zo'n kat zich hier te vertonen", gilt de eigenaar van de rottweiler. De kattenbezitster is onthutst door zoveel agressie jegens haar en haar schatje. Ze probeert nog wat sussends te zeggen, maar de vrouw in kwestie is niet een van het makkelijke type. Met een sigaret in haar mond wijst ze met haar felrode nagels naar boven. "Dat kan je toch niet menen!"gilt ze naar de kat en de vrouw. "Waar maakt u zich nou zo druk over, het is mijn kat." "Ja en mijn hond",gilt dat mens weer. Het is een volkomen idioot schouwspel en ik zou het ook zeker niet geloven als iemand me dit zo zou vertellen als ik er niet zelf getuigen van was. Zonder enige reden, woedt hier een oorlog in het klein zonder enige aanwijsbare aanleiding. Wij staan als aan de grond genageld, als kattenliefhebber wil je gewoon niet dat hen iets overkomt, en op rottweilers hebben we het al helemaal niet zo. Dan schiet de hond opeens weg en zijn we er getuige van dat hij een kleine poedel attaqueert, het arme beest, heeft een grote beet te pakken. Een oud vrouwtje dat alles niet zo direct doorheeft roept haar poedel. Geen gehoor. De vrouw met de rode nagels gilt naar haar hond"hier". Het beest rent naar haar toe maar het kwaad is geschied. Het vrouwtje roept nogmaals. Haar poedel is er niet best aan toe. Jeetje, zo wordt onze ochtendwandeling ruw verstoord. De kattenmevrouw heeft inmiddels haar schatje omzichtig in haar rugzak gedaan en loopt naar de oude dame met de poedel. De rottweiler is plots verdwenen. "Waardeloos dit soort mensen, hoe kunnen ze zo'n gewond diertje achterlaten. Wat ben je er dan voor eentje??" De kattendame, is van vele markten thuis. Met zachte stem spreekt ze de oude dame aan en vertelt haar wat er gebeurd is. Ze brengt haar naar de poedel die alle moeite neemt om op te komen maar dat  lukt niet. Ze spreekt zachtjes met de hond, pakt een flesje water en wat zakdoekjes om te kijken naar de wond. De oude dame helpt haar en is opvallend kalm. Wij proberen met een sjaal het beestje wat comfort te geven en laten de kattendame rustig haar werk doen. Ze is er duidelijk mee bekend. "Ja", zegt ze als wij goedkeurend knikken, "ik ben dierenarts. Het is gelukkig een oppervlakkige wond, maar je zou toch willen dat je zulke mensen op de bon zou kunnen slingeren." "Ja", zeggen wij instemmend in koor. Het vrouwtje pakt haar poedel en zet hem zorgvuldig in haar boodschappentas die speciaal voor dit doel is ingericht, zo lijkt het. Het beestje is erg geschrokken maar likt al lief de handen van zijn baasje. "Het moet nou niet gekker worden", zeg ik tegen mijn partner. "Nee inderdaad, wat een toestand.!" Alle onrust achter ons latend lopen we lekker door. Toch zit de schrik er goed in: wat een rare mensen heb je toch. Vogels leiden met hun gekwetter onze aandacht af en even later lopen we weer heerlijk te genieten. Op een kruising is het een drukte van belang. Wij willen er omzichtig omheen lopen want met al die lang aangelijnde honden die mensen tegenwoordig hebben, kom je zo ten val. Een man met een jonge speelse beagle die is aangelijnd, maar de lijn is zo lang dat zijn vrouw roept: "hé trek je lijn in er lopen daar mensen." De man lijkt gehoor te geven aan de oproep, we zien hoe hij de lijn intrekt. We proberen langszij te komen als de hond ineens een ruk geeft en pardoes op een kleine hond af wil gaan, zodoende laat de man de lijn vieren. Dat brengt mijn partner die meent dat de weg weer vrij is op een zeer heftige manier ten val. Ik schrik en zeg: "meneer u ziet toch dat hier mensen lopen dan trekt u die lijn toch in." Zijn maat schiet zowat bovenop mij, nou wijffie moet je ff luisteren, het is hier een hondenuitloopgebied! "Meneer," probeer ik, "dat kan wel zo zijn maar met honden heb je ook mensen, dus let je gewoon op met die idioot lange lijnen want die kunnen mensen zich ernstig bezeren." "Nou," toetert die vrouw, "zou je die man niet eens oppakken?". Mijn partner wordt door de man met de beagle omhoog gehesen. Zijn hand bloed hevig door de val op de steen. De man in kwestie kijkt onnozel. "Ja, uitloopgebied", herhaalt ie de woorden van zijn maat. Zijn maat die tegen ons staat te tieren, denkend de aanval is de beste verdediging. "Meneer", zeg ik, " laat u uzelf eens ergens anders uit. U zit gewoon fout, schelden daar worden wij niet warm of koud van. U mag blij zijn dat we er geen zaak van maken." Mijn partner altijd galant maakt een gebaar en zegt: "geschrokken, dat ben ik wel.  De beagle treft geen blaam maar de eigenaar had genoeg kunnen doen om dit te voorkomen.  Als ik mijn partner meetrek en zijn wond probeer te stelpen met wat zakdoekjes, zegt ie met een grote grijns: "volgende keer weer naar het strand!" " Ja gekkie. Gelukkig heb je niets gebroken maar toch, een kneuzing is haast net zo erg." De beagle beaamt dit alles met een luid geblaf, terwijl hun baasjes zonder boe of bah, of sorry ons voorbij laten. Tis toch wat!

donderdag 8 september 2016

Onvoorwaardelijk liefhebben.

Mijn ogen dwalen naar buiten, de regen heeft plaatsgemaakt voor een heerlijk zonnetje. De klimaatverandering heeft zo zijn voordelen, ik schrik van mijn gedachten. Nu met het nieuwe type klimaatvluchteling wordt de ernst van de situatie wel duidelijk. Twee kittens rennen, ze zitten elkaar achterna, vlokken van haren vliegen door in de lucht. Ik sta op om een speeltje te pakken, daar zijn ze al weer met volle aandacht en overgave, volgen ze mijn handen. Ik zwaai het speeltje onhandig door de lucht vlak voor mijn altaar met de staande boeddha. Ze springen vol in het altaar. Een enorme klap, wierookschaaltje ploft op de grond, de boeddha mist haar voeten en haar haarknotje...stil...de katten zijn zo geschrokken dat ze meteen onvindbaar zijn. Het verhaal van de lege boot van Joko Beck komt in herinnering.
Varend over een meer peddelt zij daar keihard tegen een boot aan, haar lichaam bereidt zich voor om woedend te worden, maar als ze omkijkt is de boot leeg. De woede verdwijnt onmiddellijk. Zoiets...in een oogopslag weet ik dat ikzelf het speeltje onhandig hield, mijn kat heeft geen schuld. Het is een eureka moment dat me meteen vervuld van liefde. Is dit de opening naar iets groters?

In stilte ruim ik met aandacht alles op. De kittens komen voorzichtig kijken, ik spreek ze kalmerend toe en ze geven kopjes aan mijn handen die ze  onvoorwaardelijk  blijven aaien.

dinsdag 7 juni 2016

Stelen doe je niet!

Zomaar een dag in de week, niets bijzonders, gisteren hard gewerkt, vandaag even een rustdag. Helaas al vroeg in de morgen worden we gewekt, het is de overbuurman. Ik wil u niet laten schrikken maar er is ingebroken in uw auto. Waaaat....in een mum van tijd ben je bij je auto, ja hoor alles overhoop, geld weg, tomtom weg, snoeren weg, sleutelbos van de tuin weg, alle papieren ingekeken en besnuffeld. Héél naar en ongemakkelijk als ik plaats neem in mijn eigen auto achter het stuur, de persoon heeft er gezeten want de stoel staat ver achteruit. Mijn boeddha ligt verdrietig op de grond, so much voor bescherming, vliegt het door me heen. Woedend op de mensen die dit doen, ren ik terug naar huis naar mijn papieren,  trillend van kwaadheid probeer ik overzicht te krijgen wie wanneer enzovoort te waarschuwen. Aangifte doe ik niet, jaren eerder ook inbraak en het duurde uren eer dat de dienstdoende chef tijd voor me had. We zijn weggerend. Nee politie is niet je beste vriend. Eerst maar Carglass bellen, die hebben pas aan het eind van de dag even tijd. In mijn hoofd herhaal ik de reclame van Carglass, daar klopt ook al weer niets van!Toch maar even op tijd de auto erheen brengen, anders zit je zo ook nog vast in de file. Wie schetst mijn verbazing als ik op weg terug van de Carglass net mijn auto daar heb gebracht,met mijn vriend naar huis rijdt en gebeld wordt door de politie. Is er ingebroken in uw auto? Ik denk eerst nog met iets raars van doen te hebben, je moet tegenwoordig zo op je hoede zijn.Of ik maar snel naar het bureau wil komen omdat men de dader heeft. Eh?????? Totaal verbaasd en deels opgelucht vertrekken we naar het betreffende bureau. In minder dan drie minuten tijd komt er iemand aan en neemt ons mee naar een ruimte, na anderhalf uur en een aangifte later staan we weer buiten.
Men heeft de dader kunnen pakken nadat iemand heeft gebeld. Mijn spullen als geld en sleutels zijn foetsie maar mijn tomtom is terug, althans die krijg je niet terug want het wordt een zaak en dient als bewijslast. Ik mompelde nog tegen de dienstdoende politie ambtenaar, die staat vast binnen een half uur weer buiten, maar dat valt mee zo wist de politiebeambte mij te verzekeren. Nee we zijn met vier man recherche bezig de zaak sterk te maken, uw bevestiging van het gestolene is sluitend bewijs. Maar ja daar sta je dan, een halve dag verder, nu nog een halve dag wachten op herstel van je auto, hoge kosten, kapot  handsfree apparaat, verdwenen spullen. Wat heb je er toch aan om zo je geld te verkrijgen. Toch maar snel zorgen dat de dader verantwoordelijk wordt gesteld voor de kosten. En natuurlijk niets meer in je auto leggen, en...en...bah moet je weer op elk verdacht geluid gaan acteren, alarminstallaties aanschaffen en sloten verdubbelen, achterdochtig zijn, en als straks mijn tuin leeggeroofd is zonder braak? Ik moet er maar liever niet aan denken. Het oude zen verhaal van de bestolen monnik die in de avond thuis komt en de prachtige volle maan ziet, zijn huisje leeggeroofd, zegt: ik had hem ook nog  wel de maan willen geven. Dat gedachtengoed is even héél ver van me vandaan, terwijl ik gedachteloos aan mijn mala draai om mijn arm heen....

vrijdag 29 april 2016

Als het nou in de familie zit?

Ze streek met haar handen over de stof, terwijl de regen langs het keukenraam strepen trok, het miezerde al dagen. In de regel was ze al voor acht uur in de morgen in de tuin te vinden, dan zochten haar handen alle onkruidjes op, in een mum van tijd stond alles er dan weer piekfijn bij. Maar nu was ze al dagen binnen, "Lente", mompelde ze, haar handen bleven de stof strijken alsof ze inspiratie zocht in de stof. Ze wist allang wat ze ging maken als het weer zich zo liet gelden was ze altijd lekker met binnenklusjes  bezig. De telefoon ging,  oh mam weer, ze had eigenlijk geen zin. Haar moeder woonde met haar vader met veel thuishulp en  ondersteuning van de kinderen op zichzelf.  Alzheimer, de laatste drie jaar waren er problemen met haar hart bijgekomen, haar man deed wat hij kon om haar nog zo lang mogelijk bij zich te kunnen houden. De veranderende tijd met zijn nieuwe regels dwong hen nu eenmaal tot deze keuze. Ze nam de telefoon toch aan.'Kind', riep mam door de telefoon, het is weer zo erg hier. Ze wachtte even met een reactie, maar hoorde zichzelf zeggen: Ha mam, zeg het eens? 'Nou kind, wie ben jij nou weer'? Ze was het gewend, mam en haar speciale voorgeprogrammeerde telefoon, alle kinderen snel bereikbaar onder een paar knopjes. 'Ik ben het mam Titia,je jongste'. 'Ik heb je helemaal niet gebeld meisje. Hoe is dat nou weer gebeurd.' 'Geeft niet mam. Is er iets: kan ik je helpen?' 'Nou kind het is toch te gek, nu is die melkboer weer niet geweest vandaag.'
 In gedachten sprong Titia terug in de tijd, maakte zich er een voorstelling van hoe alles toen aan de deur kwam, zo lekker ambachtelijk. Hoe kun je nu in deze tijd als oudere je nog handhaven, met deze diagnose. 'Ben je er nog?' riep haar moeder klaaglijk. Titia glimlachte het was in één uur tijd de vijfde keer dat mam haar belde. Ze vermoedde dat pap even wat boodschapjes deed. 'Vervelend, mam', zei ze braaf, want tegenspartelen of uitleggen had ze al opgegeven. Meegaan in het verhaal van mam bleek nu de beste optie. 'Ja', zuchtte haar moeder volmondig, 'blij dat ze iemand had gevonden die haar begreep. Tis toch wat, de bakker ook al niet. Nou, kom je nog vandaag deze kant op?' Het leek de gewoonste vraag van de wereld en even leek haast alles weer pais en vree, zo heel normaal. Toen werd het stil, mam ...mam...'Wie is daar.' reageerde haar moeder. Titia zuchtte, weg was het weer. 'Ik kom zo mam, even nog wat dingen regelen, dan kom ik. OK?' 'Nou,nou, het zal wel weer wat wezen.' Ze hoorde hoe haar moeder weer helemaal weg leek te zijn, zelfs de verbinding verbrak zonder haar dochter te groeten. 'Dag mam, ' probeerde Titia nog, 'tot zo.' Maar ze was al weg. Op de tafel in de keuken ging haar mobiel.Het was pap. 'ach lieve kind kun je even bij de telefoon blijven, ik ben wat vergeten, moet nog even terug, je moeder...' 'Ik weet het pap, tis goed hoor doe ik.' Vol bewondering voor mijn pappie, die toch al lekker 86 jaartjes wegtikte, nog als een reus zo sterk zijn dingen deed, zelfs elke week intensief aan het sporten was met zijn maten. Haar vader die tot op hoge leeftijd kinderarts was gebleven, hij had helemaal geen zin om te stoppen, zo bleef hij in het dorp gewoon de enige kinderarts. Veel later kwam daar natuurlijk verandering in. En moesten anderen het van hem overnemen, maar hij was er helemaal niet blij mee. 'Ik kan nog jaren mee', had hij geroepen. Maar toen zijn vrouw de diagnose Alzheimer kreeg was hij snel om. Ze zuchtte diep toen ze de telefoon ophing. Net wilde ze de ketel opzetten voor nog een kopje koffie, of de telefoon ging weer. 'Ja mam zeg het maar' 'Nou kind, ik wil je even laten weten dat ik vandaag niet kom. ' 'Oh mam heb je andere plannen?' 'Ja, je weet ik kan je vader toch niet alles alleen laten doen.'  'Nee mam. ' 'Dag schat kom je zo nog?' 'Ja mam.' Deze week was het Titia die onder de knop zat, volgende week haar zus, zo wisselde ze met acht kinderen de zorg voor haar moeder af. Het was de laatste tijd best goed geregeld, uiteindelijk hadden ze allemaal hun werk en gezinnen, maar met veel passen en meten kwamen ze er toch wel uit. Maar er moest niet iets onverwachts gebeuren. Zoals een maand terug bij haar broer. Iets met zijn hart, hij stond nu op de lijst voor een operatie maar het was zo druk dat het voorlopig nog niet kon. Dus dat was er al weer eentje minder, hij was telkens zo moe, dat had nu even voorrang. Maar net als zijn vader zo eigenwijs. 'Ik kan alles nog', had hij geroepen. Maar toen hij laatst in de supermarkt in elkaar gezakt was, had Titia kordaat zijn beurt overgenomen, hoewel hij er niets van wilde weten. Ze roerde door haar bakkie troost. Ondertussen maakte ze zich gereed om haar moeder te bezoeken die drie huizen verderop woonde. Aan het muziekje hoorde ze dat haar oudere zus die lerares was op een VWO bij haar aantikte. 'Hai Angela whats up?' 'Titia zit je lieverd?' In een beweging trok Titia haar stoel bij, de toon die haar oudste zus had loog er niet om, ze draaide het gesprek dat ze laatst hadden in een vogelvlucht af. Angela had toen gezegd: 'wat als het in de familie zit?' Die vraag bonsde  nu door haar hoofd. Angela snikte zacht. Oh Titia.Wat is meis?' 'Het is helemaal niet goed met me.' Titia hoorde het geluid van de ambulance op de achtergrond, ze was in een klap helemaal gealarmeerd. Wat als het in de familie zit? Ze herpakte zich en zei doodkalm: 'Angela, is er iets met je?' 'Ja, ik ben in elkaar gezakt  tijdens de examens. Ben onderweg naar het ziekenhuis. Ik ben zo bang lieverd.' 'Het komt goed met je lieve zus!'  'Tuurlijk komt het goed.' Ze hoorde een klik, toen een sterke mannenstem: 'mevrouw kunt u ons zo terug bellen?' Hij gaf aan waar ze heen werd vervoerd, klik. Met haar mond van verbazing zat ze daar. Wat als het nou in de familie zit?

zaterdag 20 februari 2016

Luisteren.

Vandaag word ik niet boos, neem ik mezelf voor, de veertig dagen vasten zijn net begonnen. We hebben maar een eenvoudige boodschap in de stad te doen. Hoe moeilijk kan het zijn. We willen de Ziggo laten weten dat de afstandsbediening niet werkt, wij hopen op:   "beleefde vlotte intelligente medewerker", "tuurlijk meneer gehéél tot uw dienst", hier ziet u wel, hebben we speciaal zonder kosten, een gloednieuwe afstandbediening! Vervelend voor u, dat u het hele eind naar de stad heeft moeten reizen, dúúr  heeft moeten parkeren, om te ondervinden dat onze spullen niet naar behoren werken! Kan ik verder nog iets voor u doen om het leed te verlichten, heeft u verder nog vragen of kwesties?"Helaas droom lekker verder. De werkelijkheid laat zich gruwelijk helder zien. Het is tien minuten voor openingstijd. Staande voor de winkel, met aardig wat klantjes in de rij. De medewerkers van de Ziggo zien ons heus wel staan, lopen lekker door hun zwaar verwarmde winkel heen, nemen nog eens even héél relaxed een sterk kopje koffie, alvorens ons na méér dan tien minuten wachten in de bittere kou, verkleumd als we zijn open te doen. Wij herkennen een medewerker die ons eerder hielp, het betrof toen een kastje, dat niet geschikt voor onze wensen bleek, waarvan de afstandsbediening het apparaat niet eens vond.Hij  loopt ons tegemoet. Dezelfde man die ons toen zei ;" ach wat leuk dat u er zoveel van weet, dat stimuleert mij om verder te onderzoeken, en ervan te leren." Nou , nou. Juist deze medewerker, waar we onze hoop op hebben gevestigd, zegt nu met een verveeld gezicht," oh, kijk uw batterij lekt", hij houdt plotsklaps één batterij de hoogte in die volgens hem zou lekken. De batterij gaat in de regel één jaar mee mompelt hij. Nou dat is dan pech, zeggen wij in koor want dit is de tweede NIEUWE  batterij in vier maanden tijd, dus om te spreken van lekken?? Voor wij ons verhaal verder kunnen afmaken,riedelt de medewerker schuddend met het vingertje,  gesteund door zijn vrouwelijke collega, als zij in de computer een eerder teruggebrachte afstandbediening aanschouwt. Hun zwaarden getrokken, hun oordeel geveld: onze handelwijze van de apparaten laat zeer te wensen ... "Mevrouw", onderbreek ik de gedachtenloop, dat is een héél, maar dan ook  een gehéél andere kwestie geweest. Zij schudt het hoofd, kijkt meewarig. Dat zie ik toch anders, neuriet ze terug. Zij ziet daar toch een kwalijk gebruik van de apparaten in.  Wij voelen ons enorm in de ...gezet. Ik stop de riedel van de man door hem aan te kijken en te zeggen wijzend naar mijn oren en mond: "Luisteren", daar wordt ie wat iebelig van, terwijl de vrouwelijke collega maar blijft zeuren dat wij het niet begrijpen. Na heel véél ach en wee komt-ie, met een nieuwe afstandbediening. Kan het niet laten, om nog maar eens te herhalen hoe het ding gebruikt dient te worden. Ik noem dit passief agressief gedrag naar de klant. En dat terwijl een zaak als V en D juist zijn deuren heeft moeten sluiten, je zou juist oplettendheid en service verwachten van zoiets als Ziggo, die  toch ernstig afhankelijk is van klanten.Eenmaal thuis onderzoeken we de zogenaamde lekkende batterij, althans een uit hetzelfde nieuwe pakje, want de medewerker heeft onze batterij gewoon gehouden. Niets lekkend, het is gewoon een handigheidje van Duracell, je drukt met je ene duim op het witte vlakje, met je andere duim aan de andere zijde van de batterij, dan kun je zien of de batterij nog vol is. Dus niets lekt het is gewoon een wit vlakje. Helemaal opgenaaid wil ik mijn gelijk en recht halen, tracht héél dom de Ziggo te bereiken. Dom omdat deze winkel zich doodeenvoudig niet laat bereiken. Maar na zevental toets één, toets vijf, toets acht, negen om terug te gaan naar het hoofdmenu, toets twee voor storing......laat ik het maar zitten. Denk aan het Passie verhaal van Jezus aan het kruis; "Father forgive them", they don't know what they are doing!! 

zondag 24 januari 2016

Is Rust het Nieuwe Goud?


Transcendente meditatie, 20 jaar geleden begon ik daar mee. Wat me erin aantrokrust, het bij jezelf zijn. De mensen die ik erover sprak straalden licht en energie, evenwicht en harmonie uit. Ik wil wel eens weten wat dit inhoudt en ga erheen. Binnen enkele weken heb ik mijn eigen begeleider, ben ik ingewijd en mag ik er verder niet over spreken, krijg ik een op mijn persoon afgestelde Mantra. Het is bijzonder. Een ander beroep, het werk dat daaruit volgt maakt het voor mij makkelijker om andere wegen te onderzoeken. Zo kom ik terecht bij zenmeditatie. Een eenvoudige huiskamer middenin de stad, een wat stoffige leraar, maar die me wel meteen opvalt door zijn integere, sterke eenvoudige aanwezigheid.  Het intake gesprek leidt al snel tot de meditatie. ZazenJe leert hoe juist te zitten op een kussentje, de ademhaling te volgen, de gedachten die er altijd zijn, voorbij te laten trekken. Het zitten, de ademhaling, zaken in je hoofd die de aandacht trekken toch vooral voorbij te laten gaan en te zien dat jij je ze niet bent. In de groep zitten gemotiveerde mensen, ze hebben een gemeenschappelijk doel, dat lijkt hun allemaal héél duidelijk te zijn, maar voor mij is het een aaneenschakeling van onhandig zoeken, in woord, beweging, lopen, weer zitten. Toch is er iets in me dat het gevoel heeft thuis te zijn gekomen. Al snel leer ik de gebruiken kennen, kom ik dieper in de wereld van de zenmeditatie terecht. Het boeit me zo dat ik misschien wel voor het eerst echt de behoefte voel een stap verder te willen maken dan ik gewend was voorheen te doen.  Na een jaar word  ik Jikido, degene die de bel slaat en het tempo van de groep aangeeft. Toch is dit niet genoeg, ik wil nog verder,dieper, meer. Ik wil wel eens een sesshin meemaken, dat is een lange aaneengesloten periode waarin je met elkaar zit, mediteert zonder te spreken, afgewisseld door samu: korte werkperioden, en eten. De abt houdt een Dharma-toespraak over eerdere meesters en situaties. Er is ook tijd met de abt of jouw meester zo je die al hebt gevonden. Meerdere sesshins volgen, het is een fantastische ervaring. Het vroege opstaan is voor mij geen probleem ik zorg  er altijd voor als eerste te zitten in een compleet lege zendo. Alsof ik in mediteren het beste wil zijn. Zo gaat het een aantal jaren gestaag door. Paar zeer heldere momenten van inzicht maken ook dat ik gemotiveerd blijf. Uiteindelijk wil ik de bijzondere stap maken, zo besluit ik in 2005 jukai  te willen doen.Daarvoor zit nog een stap:je kiest je leraar en de leraar kiest jou, dit heet Shoken. Dat is nogal wat, mijn familie stelt vragen, ze laten me weten, dat ik als katholiek opgevoed meisje nu het geloof van mijn ouders in twijfel  trek of afsta. Ik laat me niet van het ingeslagen pad trekken.Alvorens Jukai te kunnen doen is het zaak dat je een rakusu maakt. Het is een klein lapje dat je op de borst draagt, dat de mantel van de Boeddha voorstelt, op de achterkant komt je Dharma-naam te staan. Ook laat ik voor deze Jukai een robe maken. Ik heb nog heel wat magische stappen en opdrachten te doen alvorens de Jukai te mogen ontvangen. Maar dan is het moment daar dit is een heel opvallende en intense ervaring van veel buigen en beloven. Inmiddels zijn de jaren voorbij gevlogen. Het zal nu ongeveer twee jaar geleden zijn dat bij mij op de trap de foto met deze Jukai-ceremonie plotseling naar beneden valt. Beetje bijgelovig als ik ben is dit voor mij wel een dingetje. Als ook een prachtige mooie uit Egypte meegenomen scarabee door mijn nieuwe kittens aan gruzelementen kapot valt weet ik het zeker, ik daal af in de chaos. Vervolgens ga ik ook nog door mijn rug. Wanhopig en vertwijfeld blijf ik in gepeins achter. Uiteindelijk trek ik mezelf los. Is het niet juist dat je alles verliest. Nergens aan vast kunt klampen. Gaat het in de kern niet daarover. Boeddha verliet huis en haard. Jezus offerde zich op. Zo zijn er tal van voorbeelden. Ik verdiep me in vrijwilligerswerk, doe gewoon heel erg mijn best. Maar het knaagt, ik zit al tijden niet meer zoveel als ik wil. Mijn  laatste sesshin ben ik met een enorme ingehouden woede vertrokken,  gemaskeerd door een vrolijke lach nog voor het feest kon beginnen. Met mijn zenmaatje bespreek ik vervolgens over wat er met mij gebeurt. Toch is het in mijzelf dat ik het moet zien op te lossen. Het vertrouwen is weg, toen ook nog een zeer integere abt en leraar vreemdging met een zen-studente was het voor mij helemaal gedaan. Net nu we de perikelen rond seks en misbruik bij de RK-kerk een beetje achter ons hebben gelaten, begint het boeddhisme  ermee.Terwijl ik naar buiten toe juist iedereen tracht te motiveren om door te gaan en die abt/ leraar niet te veroordelen. Want iedereen maakt fouten, trekt  het wantrouwen van en in het geloof en de mens die het beheert,  alles wat ermee samenhangt, mij helemaal de put in. Thich Nhat Hanh krijgt een beroerte en komt in een rolstoel. Voor mij is hij mijn grote voorbeeld. Ik weet nog hoe ik achter hem stond in de tijd dat hij in het congresgebouw was. Zo getroffen door zijn aanwezigheid, zang,  rustige stem. Zijn duidelijke , vooral eenvoudige speeches beroeren nog steeds mijn hart. Moet dit alles mij iets duiden, dat ik het zelf moet doen?Ik was letterlijk gevallen over mijn mantel, nu lig ik op de grond. Het leven de laatste jaren is getekend geweest door ziekteIk was gevloerd, opgekrabbeld mijn moeder verzorgd, mislukte relatie tussendoor, mijn dierbare vriend  een hartstilstand, daarna de hoop van en in het geloof totaal verzwolgen. Moet je alles verliezen, om uiteindelijk totaal vrij te worden. Op de achtergrond loopt mijn gezondheid nog steeds mee, altijd zeurt ze om aandacht. De maten van ziek zijn verhinderd voor mij het lange zitten. Mijn moeder overlijdt. Sesshins lukken ineens niet meer. Verloren en gedeprimeerd verdwijn ik keer op keer het ziekenhuis in. Mijn eigen leraar staat ineens met een roos in het ziekenhuis voor me. Het licht mijn donkere situatie enigszins op. Toch lukt het me om na deze zeer ernstige ziekteperioden, weer terug te komen op het nest. Maar alles staat me ineens zo tegen. De riedels,rituelen, het " stille moeten". In gedachten herhaal ik langzaam: gevallen over mijn mantel en het Heilige moeten heen, blijf ik op de vloer ,kijk naar de lucht. Ineens ben ik weer het kind dat veel op bed ernstig ziek ligt te wezen terwijl leeftijdsgenoten buiten spelen en ik met hoge koorts en heel erg benauwde ademhaling, mijn tijd loop te verbijten in bed. Toen mediteerde ik al in bed om te overleven. Vele malen wenste ik diep in te slapen om nooit meer wakker te worden. Gewoon niet meer willen. De moed is op. Zoals mensen tegen kankerpatiënten maar blijven zeggen dat ze moeten blijven vechten, maar wat als je niet meer kan, wat als je het moeten zat bent, het vechten moe, of gewoon wilt opgeven. Ben je dan minder waard als je het niet meer weet of wilt. Wie bepaalt dat eigenlijk. Hebben we een norm vastgesteld, dat is goed en dat is slecht. Ik weet het niet, misschien is dat een goed nieuw begin?