Ze streek met haar handen over de stof, terwijl de regen langs het keukenraam strepen trok, het miezerde al dagen. In de regel was ze al voor acht uur in de morgen in de tuin te vinden, dan zochten haar handen alle onkruidjes op, in een mum van tijd stond alles er dan weer piekfijn bij. Maar nu was ze al dagen binnen, "Lente", mompelde ze, haar handen bleven de stof strijken alsof ze inspiratie zocht in de stof. Ze wist allang wat ze ging maken als het weer zich zo liet gelden was ze altijd lekker met binnenklusjes bezig. De telefoon ging, oh mam weer, ze had eigenlijk geen zin. Haar moeder woonde met haar vader met veel thuishulp en ondersteuning van de kinderen op zichzelf. Alzheimer, de laatste drie jaar waren er problemen met haar hart bijgekomen, haar man deed wat hij kon om haar nog zo lang mogelijk bij zich te kunnen houden. De veranderende tijd met zijn nieuwe regels dwong hen nu eenmaal tot deze keuze. Ze nam de telefoon toch aan.'Kind', riep mam door de telefoon, het is weer zo erg hier. Ze wachtte even met een reactie, maar hoorde zichzelf zeggen: Ha mam, zeg het eens? 'Nou kind, wie ben jij nou weer'? Ze was het gewend, mam en haar speciale voorgeprogrammeerde telefoon, alle kinderen snel bereikbaar onder een paar knopjes. 'Ik ben het mam Titia,je jongste'. 'Ik heb je helemaal niet gebeld meisje. Hoe is dat nou weer gebeurd.' 'Geeft niet mam. Is er iets: kan ik je helpen?' 'Nou kind het is toch te gek, nu is die melkboer weer niet geweest vandaag.'
In gedachten sprong Titia terug in de tijd, maakte zich er een voorstelling van hoe alles toen aan de deur kwam, zo lekker ambachtelijk. Hoe kun je nu in deze tijd als oudere je nog handhaven, met deze diagnose. 'Ben je er nog?' riep haar moeder klaaglijk. Titia glimlachte het was in één uur tijd de vijfde keer dat mam haar belde. Ze vermoedde dat pap even wat boodschapjes deed. 'Vervelend, mam', zei ze braaf, want tegenspartelen of uitleggen had ze al opgegeven. Meegaan in het verhaal van mam bleek nu de beste optie. 'Ja', zuchtte haar moeder volmondig, 'blij dat ze iemand had gevonden die haar begreep. Tis toch wat, de bakker ook al niet. Nou, kom je nog vandaag deze kant op?' Het leek de gewoonste vraag van de wereld en even leek haast alles weer pais en vree, zo heel normaal. Toen werd het stil, mam ...mam...'Wie is daar.' reageerde haar moeder. Titia zuchtte, weg was het weer. 'Ik kom zo mam, even nog wat dingen regelen, dan kom ik. OK?' 'Nou,nou, het zal wel weer wat wezen.' Ze hoorde hoe haar moeder weer helemaal weg leek te zijn, zelfs de verbinding verbrak zonder haar dochter te groeten. 'Dag mam, ' probeerde Titia nog, 'tot zo.' Maar ze was al weg. Op de tafel in de keuken ging haar mobiel.Het was pap. 'ach lieve kind kun je even bij de telefoon blijven, ik ben wat vergeten, moet nog even terug, je moeder...' 'Ik weet het pap, tis goed hoor doe ik.' Vol bewondering voor mijn pappie, die toch al lekker 86 jaartjes wegtikte, nog als een reus zo sterk zijn dingen deed, zelfs elke week intensief aan het sporten was met zijn maten. Haar vader die tot op hoge leeftijd kinderarts was gebleven, hij had helemaal geen zin om te stoppen, zo bleef hij in het dorp gewoon de enige kinderarts. Veel later kwam daar natuurlijk verandering in. En moesten anderen het van hem overnemen, maar hij was er helemaal niet blij mee. 'Ik kan nog jaren mee', had hij geroepen. Maar toen zijn vrouw de diagnose Alzheimer kreeg was hij snel om. Ze zuchtte diep toen ze de telefoon ophing. Net wilde ze de ketel opzetten voor nog een kopje koffie, of de telefoon ging weer. 'Ja mam zeg het maar' 'Nou kind, ik wil je even laten weten dat ik vandaag niet kom. ' 'Oh mam heb je andere plannen?' 'Ja, je weet ik kan je vader toch niet alles alleen laten doen.' 'Nee mam. ' 'Dag schat kom je zo nog?' 'Ja mam.' Deze week was het Titia die onder de knop zat, volgende week haar zus, zo wisselde ze met acht kinderen de zorg voor haar moeder af. Het was de laatste tijd best goed geregeld, uiteindelijk hadden ze allemaal hun werk en gezinnen, maar met veel passen en meten kwamen ze er toch wel uit. Maar er moest niet iets onverwachts gebeuren. Zoals een maand terug bij haar broer. Iets met zijn hart, hij stond nu op de lijst voor een operatie maar het was zo druk dat het voorlopig nog niet kon. Dus dat was er al weer eentje minder, hij was telkens zo moe, dat had nu even voorrang. Maar net als zijn vader zo eigenwijs. 'Ik kan alles nog', had hij geroepen. Maar toen hij laatst in de supermarkt in elkaar gezakt was, had Titia kordaat zijn beurt overgenomen, hoewel hij er niets van wilde weten. Ze roerde door haar bakkie troost. Ondertussen maakte ze zich gereed om haar moeder te bezoeken die drie huizen verderop woonde. Aan het muziekje hoorde ze dat haar oudere zus die lerares was op een VWO bij haar aantikte. 'Hai Angela whats up?' 'Titia zit je lieverd?' In een beweging trok Titia haar stoel bij, de toon die haar oudste zus had loog er niet om, ze draaide het gesprek dat ze laatst hadden in een vogelvlucht af. Angela had toen gezegd: 'wat als het in de familie zit?' Die vraag bonsde nu door haar hoofd. Angela snikte zacht. Oh Titia.Wat is meis?' 'Het is helemaal niet goed met me.' Titia hoorde het geluid van de ambulance op de achtergrond, ze was in een klap helemaal gealarmeerd. Wat als het in de familie zit? Ze herpakte zich en zei doodkalm: 'Angela, is er iets met je?' 'Ja, ik ben in elkaar gezakt tijdens de examens. Ben onderweg naar het ziekenhuis. Ik ben zo bang lieverd.' 'Het komt goed met je lieve zus!' 'Tuurlijk komt het goed.' Ze hoorde een klik, toen een sterke mannenstem: 'mevrouw kunt u ons zo terug bellen?' Hij gaf aan waar ze heen werd vervoerd, klik. Met haar mond van verbazing zat ze daar. Wat als het nou in de familie zit?