zaterdag 10 oktober 2015
Ik wil nog niet dood!
In 2001 ben ik in een groot gevecht gewikkeld om kanker te overwinnen, bestraald te worden. Door ernstige fout in een academisch ziekenhuis ben ik in de vernieling geholpen, gehandicapt.De rechtszaak die na zeven jaar, twintigtal heronderzoeken, om het feit van fout door schuld te kunnen vaststellen, uiteindelijk diende waarin ik in het gelijk gesteld werd, ziekenhuis moet betalen. Het geld dat bij lange na niet hielp tegen de mistroostigheid van de ellende waarmee ik bleef zitten. Vele operaties, veel gedoe. In die periode vergezeld van stok, catherzak in huis, op straat met rolstoel. Zo kleurde mijn leven mij de dag rond. "Kitten kopen", beurde mijn lief mij op? Ik had al een poezen vrouwtje Fae genaamd. De kitten zou in een gespreid bedje komen. In een zoektocht op internet juist op zaterdag, lukte het me om een adresje te vinden. Het bleek een gezin vlakbij het boerenland, het was een enorme zoektocht zonder tomtom. We kwamen in een gezellige boel terecht,alles lekker buiten open. Uitzicht op een enorm weiland met koeien en paarden.Moeder, vader, drie kinderen, kippen, konijnen, pony in de tuin. Ze hadden juist een nest opgevoed, ruim zes weken. Papa vertelde trots dat hij de bevalling had begeleid. Moeder kat had een nestje van tien stuks gehad met drie dode poesjes. Hij liet me trots het nestje zien. Hij had ze in een oude kinderbox gezet, heel doddig. Mijn oog viel meteen op een wit poesje die ik later in zigeunertaal Loeloedji kleine rode bloem zou noemen. Ze was monter zat er zo knuffelig bij. Papa zuchtte maar eens diep, nam dit poesje teder in zijn armen. Met deze heb ik heel wat meegemaakt. Vertel zei ik. Nou moeder poes zette de bevalling in, alles was in gereedheid gebracht. Na uren had ze vijf kittens geworpen, maar ik was er toch niet gerust op. Mijn voorgevoel was juist zei hij, ondertussen liefkoosde hij het poesje alsof het zijn kindje was. Een van zijn kinderen trok aan zijn broek, wilde het poesje hebben. Maar papa legde uit dat ze even moest wachten. Moeder poes had het zwaar. Ze leek klaar maar ze was nog zo zwaar het voelde niet goed.Ik zag een beweging in de buik er moest haast zeker een poesje vastzitten. Ik stimuleerde de buik , moeder beviel van de dode poesje en vervolgens: Loeloedji, zij had meteen problemen met adem halen, ik heb haar beademd. Papa haalde trots zijn hand over het hoofdje van dit poesje. Ja zei hij ik was blij dat ik mijn EHBO dieren net had afgerond. Ik luisterde met spanning, voelde me gezegend dat het alsnog na twintigtal telefoontjes gelukt was iemand bereid te vinden om een kitten van te kopen. In gedachten herleefde ik zijn verhaal, zag de symboliek, gelijkenis van dit poesje in mijn eigen verhaal. Ook ik had als kind een zeer moeilijke start. Wilde niet geboren worden, bevalling was heel zwaar, had mijn moeder altijd gezegd. Ik was de zevende, dit poesje was ook de zevende geweest. Na haar kwamen nog twee dode poesjes eruit, zei papa enigszins onthutst dat zoiets kon. Mijn moeder had voor en na mij een miskraam gehad. Waarbij Ik ook meteen ernstige adem problemen had gehad.Ik rilde, op dat moment legde papa als een kostbaar kleinood het poesje in mijn handen. Ze werd helemaal rustig, kroop tegen mij aan. Even klonk een klein mauwtje naar haar redder, die zichtbaar moeite had zich groot te houden. Het ontroerde me enorm, om een grote stoere vent zo mee te mogen maken. Ik kon maar moeilijk weer op huis gaan, wilde graag nog even bij deze bijzondere mensen blijven. Maar hun kinderen trokken aandacht, mijn cathererzak liep vol dus ik moest maar eens gaan. Nog lange tijd mocht ik corresponderen met dit gezin, foto's zenden van Loeloedji. Totdat mijn ziekte zo aan mij trok, ik in de overlevingsmote terecht kwam. Loeloedji week nooit van mijn zijde, ze had even moeite met Fae of liever gezegd Fae een dame op leeftijd vond dat gehups van deze kitten maar heel vermoeiend. Zo nu en dan een likje kon er net vanaf. Maar loeloedji stoorde zich er niet aan, onverstoord tilde ze mij op met haar vrolijkheid en onverzettelijkheid. Wat een lichtje. Haar moeilijke bevalling had ook een reactie tot gevolg, zo moest ze na een jaar, al haar tandjes missen, ze hield slechts vier snijtanden over, ze herstelde wonderwel zeer snel. We speelde veel met de muis die herrie maakte dat vond ze helemaal geweldig. Buiten op het balkon genoot ze van de vogels, de kleine beestjes in de planten. Het was een feestje om met dit beestje op te kunnen klauteren op weg naar beterschap. Het lukte.
Vandaag is ze ziek, van de vier snijtanden zijn er twee snijtanden getrokken, ze herstelde het leek goed te gaan.Ineens wil ze niet meer eten, wat ik ook bedenk, gezellig maak voor haar het slaat niet aan. Brand lichtjes, ben zelf een lichtje. Geef haar kuurtjes, laat haar drinken. Bel de dierenarts, een foto toont aan dat haar longen vol met vocht zitten. Oorzaak lijkt niet duidelijk. Ze krijgt zuurstof, daarna een punctie om het vocht te verwijderen, zodat adem halen weer mogelijk word. Volgende week is de uitslag, hart of kanker. Vannacht slaapt ze nog tegen mij aan. De warmte doet haar goed de trilling verbind ons. Vanmorgen is ze mat, kwetsbaar. Eten wil ze niet, drinken doet ze wel. We laten haar in gedachten omringd met liefde gaan, we spreken erover ondanks ons enorme verdriet, klauteren we op de rand van een poel van liefde, maken ons hart groot als we verzuchten, geef jij het maar aan poes. Als je niet meer kunt, wilt, mag je gaan. Opeens horen we haar op bed springen, doodmoe legt ze haar hoofdje op haar pootjes, trekt haar hoofdje schuin kijkt zo van, ik wil nog niet. Mijn besluit ik wil haar niet laten lijden, draait zich naar toch nog even proberen met die pillen? Het pillenschietertje doet haar taakje. Toch nog even doorgaan?
Zij zucht en steunt op haar voorpootjes.
Abonneren op:
Posts (Atom)